ü tl
I i
f f l ’
1 m
I V .
'Afdeel.
xv.
H oofds
tu k .
m.
Satureja
fjr&ca*
( 3 ) Keul met byna driebloemige zydelingfe.
Steeltjes en Omwindzeltjes die kleiner da®
de Kelk zyn.
Deeze, op de Eilanden van Griekenlandgroei-
jende, yerfchilt van de volgende , door minder
gefpitfte Bladen en zeer kleine Omwindzeltjes.
Gciekfche.jQg ]aagfte Blaadjes zyn als die van Thym,van
onderen paarfch, de overigen fmaller ,en zy hebben
glinfterende Stippen van boyen; de Bloempjes
paarlchachtig.
(4) Keul met enkelde Bloemfteeltjes, zy delings,
aan den top gedropte ; de Bladen gefpitst
Liniaal Lancetvormig.
Deeze Berg k Keul groeit wild in Toskanen
en Prövence, op drooge dorre Velden in ’t Gebergte.
Zy is harder van Blad en Steelen dan de
Gewoone en blyft over.
iv.
Montano.
Èerg-Keijï,
V.
ïlorterfis,
Gewoone.
(5) Keul met tweebloemige Bloemßeeltjes,v
S i
Dir
(3) Satureja P e d u n c n lis fu b t r i f lo r is la te ra fib u s See. Satu-
Wja A n n u a O r ie n t a lis t e n u io r . Monis. Hiß, HI. p . 4II. 5 .
1 1 . T . 1 7 . f . 2 . C l in o p o d iu m m in u s e x o t ic um . P l i 'k . Aim,
1 10 . T . g 4 , f . g . C lin o p o d ium C t e t i c u m . A l p . E x o t . 26j .
T . 2 S 4 . "j
(4J Satureja Pedunc. lateralibus foUtariis See. Z i n k t . Goett.
313- Wil l . Obs. 109. satureja Pedu^cufis dichotomis &c.
R. Lugdb. 324. Geh, Prov. 27J. KRAM. iuflr, 166. Me-
lisfa Pol. lmearibus inregerrimis. H. Cliff. 308. Satureja mon-
tana. C. B. Pin. 218. Sat. perennis,. Riv, Mon. 41. Saxifraga
fecunda. Cam. Epit. 717.
( j j S a t u r e j a Pedunculis bifloris. M a t . M e d . 284. Goht.
lllkl i
*1
•Dit is de gewoone Keul, Kun of Boonkruidt f
by ons in de Tuinen gezaaid wordende , AF£*EU
om een Geur te geeven aan geftoofde Tuinboo- Hoofd-
nen ; waar toe het byzonder fchynt gefchikt te
zyn. In ’ t Hoogduitfch noemt men het Saturey, fpermu,
Sergenkraut o f Pfefferkraut, in ’t Franfch Sa
riette of Savorée-, in vt Engelfch Savoury: welk
alles zyne afkomst fchynt te hebben van den
fcherpen, doch niet onaangenaamen Smaak en
G e u r , die ’er plaats in heeft. Derhalve wordt
zy van het Gemeene Volk veel tot Toefpy-
z e gebruikt, inzonderheid tot het inleggen van
Kool. In de Geneeskunde dient die Kruid als
een Maagmiddel, tot Ilartfterkiog en opwekking
van Minnelust.
(6) Keul met geaairde Bloemen en gekielde ge- vr.'
fiippelde kanthaairige Bladen. capitlti*
Geaairde.
D i t , op ’t Eiland Kandia, in Griekenland en
de Levant groeijende , wordt gehouden voor
de Echte Thym der Ouden. In Spanje komtzy
overvloedig omftreeks Madrit, by Kadix en aan
de Zee-Kust der Zuidelyke deelen voor. Z y
is
Belg- 163. GOUAN Monsp. 273. GER. Prov. 27J. R. Lugdb.
324, Satureja Holtenfis. C. B, Pin. 218. LOB. Ie. 426. Sa?
mreji altera. C am. Epit. 4S7. Thymus ereftus annuus Pol.
Lanc. linear. H. Cliff. 306.
(6) Satureja Flor. Spicatis &c. Mat. Mei. GRON.
Oriënt. 71. Thymus Capitatus qui Dioscoridis. C. B. Pin. 219,
Thymum iegitimum. CluS. Hift. I. p. 377. Thytnum Cret.
incanum Capitamm. BARR. Ie. 897*
T 4
II, DEEL, IX. STUK.