A fdeel,
XIII.
H oofds
tu k .
. xxr.
Potentilla
Caulescent.
Geftengd.
XXII.
Nitida.
Glanzig.
XXIII.
P'a'deria.'
Waldens.
(2 1 ) Ganferik met vijfvoudige, 'aan den top
Oogluikend Zaagtandige Bladen; leggende
veelbloemige Stengen en ruige Stoelen.
(2a) Ganferik met byna drievoudige, Wollige
, Oogluikend drietandige Bladen ; een-
bloemige Stengen en gewolde Stoelen,
(23) Ganfeïik met zevenvoudige Jlomp Eyronds
, Zaagswys’ getande, Wollige Bladen;
de Steng opjtaande; de Bloemblaadjes korter
dan de Kelk en gewolde Stoelen.
Deezè vier Soorten kan men uit haare bepaa-
Hogen genoegzaam onderfcheiden , zo zy niet
in malkander loopen. Meest zyn z y tot het
Witbloemige Vyfvingerkruid van C l u s i us be-
trekkelyk , inzonderheid het Geftengde, dat
men pok omftreeks Weenen vindt, komende die
'beiden tevens in Switzerland voor. Op ’t hoog-
fte is dit Kruid een Voet hoog, en de kleine
Soort
(21) Póténiilla Fol. quln. apicê cónn. 8cc. Quinquef. album
majus. C. Bi Prodr. i jy , Caulescens. C..B. Pin. 3*5. Hall.
‘ Opusc. 263. N. 50, 47. Album minus alterum. C. B. Pin.
32s- Quinquef. 2. minus albo floie. C lus. Hiß. u . p4 105.
jAcq. róW. 245. '
(2z) Potentilla Fol. fubtexnatis tomentofis conniventi-tti-
dentatis &c. Am. Acad. IV, p. 316. Heptaphyllum Argen-
teum Alpinum &c. BOcc, Mas. II. p, 20. T. 9. Trifolium
A'p. Arg. Perfici ihre. C. B. Pin. 328. Pon. Bald. 222. Rat*
Hiß. 61 j . Comarbides Alpina Argentea Sericea Perfici flore.
Si-6. Ver. I. p. 49'/. *"
(23) Potentilla Fol. feptenatis obovatis ferratis tomentofis;
Caule erefto ; Petalis Calyce brenoribiis; Reeepraculis La.
Soort een Handpalm. Het Glanzige is op den IV.
Baldus - Berg, in *t Veroneefche, gevonden, en Arxn1^ u
Comaroides door den Heer S e g ü i e r getyteld. Hoofd»
Dit heeft de Bladen , die aan de Steng drievou.*™11»
dig vóórkomen, Zilverachtig gefluweeld en
Bloemen naar die van den Perfikboom gelyken-
de. ‘ DeJaatfte, die de Wortelbladen zeven- en
de Stengbladen drievoudig heeft, fchynt aan de
Waldenfer Bergen , in Savoije , bepaald te
zyn.
f24 ) Ganferik met vyfvoudige Bladen , krui- „ XXIV’*,
V * ,, ■ Ti r n 1 ■ Potentilla pende Stengen en eenbloemige BloemJteeltjes. reptans.
Kruipend
Deeze Soort is het Gemeene Vyfvingerhcuid,
dat alom in Europa voorkomt op vogtige plaat-
fen. Het groeit by ons in Holland in de Duin-
valeijep, in de Wouden van Vriesland , enz.
Volgens den Griekfchen naam Pentaphyllon,
noemt men het in ’t Latyn Qidnquefolium, in
’ t Franfch Cinquefeuille en in ’t Engelfch Cinquefoil
bf Vyfbladig Gras. D odonjEös geeft
’er den bynaam aan van Groot, en het heeft,
inderdaad , de Stengen veel langer dan de meefte
(24) Potentilla _F_ol_, Hqu_i_nartiiss , Caule repente, Pedunculis
unifions. Mat. Mei. 247. Fl. Succ. 418 , 435. Gort.
Belg.145,R.Lugdi.27 5.N.G ou AN Monsp. 249. GER.
145. XV, J-,UgU9. 27J. IN. 7. laUU
Prov. 4S9. JACQ. Vind. 91. &c. GRÜN,
folium majus repens. C. B. Pin. 323. Quinquef. miine Pï n
■ " o— Vitg. 163* Quinquexicg.
B