' IV. Van deeze twee is de eerfte, in Duitfchland
* 5 * en Switzerland op de Bergen groeijende, don-
Hoofd- ke r , doch de laatfte byna geheel wit van Kleur.
stu k . 2 y komt niet alleen in Duitfchland, maar ook
fa (0tzaa' in Vrankryk en Engeland voor. De Steng is by
de drie Voeten hoog en heeft gefteelde gewolde
Kransjes, die fomtyds beftaan uit veertig Bloemen
, met Elswyze Blikjes onderfcheiden.
Dit laatfte Kruid wordt Stachys van D I o s-
c o r i d e s genoemd door LoBEL en i s de ei-
gentlyke Welriekende Andoorn , boven gemeld.
D e Bladen zyn ongemeen zagt op ’t gevoel en
hebben ook geen fchcrpheid van Smaak, zo
T our NE f o r t aanmerkt: des die Autheuren,
welke dezelven ruuw noemen , een andere Soort
op ’t oog gehad moeten hebben. Van deeze zyn
de Bloemen paarfchachtig en fomtyds wit; de
Bladen komen ook fmaller voor en drievoudig ,
zo V a i l l a n t aantekent. Van de Duitfchers
wordt dit K ruid, zegt L ob e l , Veld* Andoorn
geheten.
r v.
' Stachys
Cretica.
3» Kan.
diaafch.
(j ) Andoorn met dertigbloemige Kransjes, fleckende
Kelken en een ruige Steng.
C6)
taflorls. H . U p s . Stach. Fol. oblotigo -coidatis 8cc. H .
C l i f f R. L u g d b . 3 17. Stachys major Germanica. C. B. P i n .
236. Stachys. Fuchs. H i ß , 766. Dod. P e m p t . 90. L ob. I c .
530.
( s ) S t a c h y s Vett. trigintafloris &c, Gouan M o n s p . i S ) . H .
U p s , 170. Stach. Fol. oblcurevirente &c. Walth. H o r t . io|.
T. 19* Stachys Cretica. C . B. P i n , 235. P r o d r . 113.
WvV‘,
(6) Andoorn met zeer Takkige TakkenenLan- IV.
cetvormige gladde Bladen. Afdeel*
. Hoofd*
(7 ) Andoorn met d? Takjes in een Doorn uit-ituk.
kopende. - V- Stachys
Op ’t Eiland Kandia is de Natuurlyke Groei-
plaats van deeze drie Soorten, die men ook in Va.
de Europifche Kruidtuinen heeft. De eerfte ge- G5^*^'d>
lykt veel naar het Duitfche Andoorn, doch heeft
de Bladen donker groen , zonder eenige W o lligheid
en die by de Bloemen zyn niet omge-
boogen , gelyk in hetzelve. De andere heeft
gladde Bladen en flinke naar Jodenlym. De derde
is aan 5t end der Takken gedoomd. Dezelve
groeit omtrent een Voet hoog, zy heeft Lancetvormige
ruige Bladen en Bloemen in figuur
en Kleur ndar die van Salie gelykende, wordende
Ezels - Thym van ’t Landvolk op Kandia
genoemd, zo C l u s i u s aantekent.
f8 ) Andoorn met Wollige Bladen, die Eyrond- virr.
r „ „ Orientalis.
■u a n Levantfch.
(ó) Stachys Ramis ramofisfimis , Fol. Lancéolatis glabtis.
H. Cliff. 310. R. Lugdb. 318. Siderit's glutinofa Bitumen
ledolens. Moris. Hifi. III. p. 389. Z an. Hiß. 135.
(7} Stachys Ramulis Spinä terminatis. H. Cliff". 310. R,
Lugdb. 318. Stachys Spinofa Cretica. C. B. Pin. 236. Mo-
Rls. Hiß. III. p. 382. S. Xi. T. 10, f. 9. Gaidaiothymo.
Clus. Hiß. II. p> 3II.
.(8) Stachys Foliis tomentofis ovato- Lancéolatis, Flora'i-
bns Vewicilio brevionbus. R. Lugdb. 318. Stachys Or. altis-
Ema foetidisfima. Tourme. Cor. 12. BOERH. Lpgdb. I. p,
IJ4.
«