IV.
Afdeel.
XV.
Hoofd»
STUK.
Blootzaa
&ge.
V. Lamium
album.
Witte.
heeft. Van een Berg by Rome heeft zy den
bynaam. De laatfte komt de Witte Doove Netelen
zeer naby , verfchillende meest daar van
door de paarfche Bloemen , de wit geplekte
'Bladen en dat z y wederzyds maar vyf , geen tien
Bloemen heeft. In de Zomer,echter, verdwynt
de witte Vlak der Bladen.
(5) Doove Netel met Hartvormige gefpitjie
Zaagtandige gejleelde Bladen en twintig*
bloemige Kransjes.
T o t deeze Soort hadt de Ridder bevoorensalle
de voorigen , als Verfcheidenheden, t’huis
gebragt. Z y is door geheel Europa gemeen, en ,
onder den naam van Doove o fHondsnetelen, zeer
bekend in onze Nederlanden , alwaar zy veel
voorkomt in het Gras aan de Wegen. In Vrank-
ryk noemt menze Ortie morte , in ’t Engelfch
Deadnetle , in ’t Hoogduitfch Todnesfel, dat is
Doode Netel, om dat zy de gedaante van Bran-
denetelen heeft en de Handen niet brandt. Men
wil dat het de Galeopjis der Grieken zoude z y n ,
dus genaamd, om dat de Bloem naar den Smoel
van een Kat , wanneer die byten w il, gelykt.
Sommigen noemenze Archangelica, welke benaa
( s ) Lamium Fol. Cord. acuminatis lerratis petiolatls Stel
Mat. Mei. 307. Gokt. Belg. GoüAn Monsp. R. Lugdb. &c,
&c. Lamium album non fcetens Folio oblongo* C. B. Pin.
231. Galeopfis. Cam. Epit. g6$. Uttica iners iive Lamium
primiitn. Dod. Pempt. 153. Lam. album vulgare üve Archan,v
gelica. MOBIS. Hifi. UI, p. 38+. S. 11. T. 11. f. 1.
natming daar op toegepast zal zyn, wegens de IV.'
v uitmuntendheid , die men zig verbeeldde in dit
Kruid te huisveften. Men fch re e f’er, in Pappen Hoofd-
en Stoovingen , een groote kragt aan toe, omSTUK‘
harde Gezwellen week te maaken. Tegen de
Scrofelen wordt het nog als een heerlyk Middel
aangepreezen. By ’t Landvolk is het tegen Keel-
Ontfteekingen , zegt BoERHAAvE , i n gebruik.
De Wondbalzem van D o d a r t , zo uitmuntende
inde Pees - Kwetzuuren, wordt, door de
• Bloemen in Olyven-Olie te zetten, vervaardigd.
De ondervinding leert deszelfs nuttigheid
in de Witte en Bloedvloeiingen; mids men de
bloei jende Toppen als Thee aftrekke, en daar
van dagelyks eenige Kopjes gebruike, ze gtGn -
O F F R O Y . Ook dient daar toe een Konferf, die
men van de Bloemen maakt. Het Kruid gee ft,
wanneer het met de Bloemen gedeftilleerd wordt,
zeer veel Olie en is zwaar van Reuk, inzonderheid
de volgende Soort die zelfs ftinkt. Men kan
daar uit reden geeven van de gezegde Eigenfchap-
pen, welke gemeen zyn aan verfcheide Soorten.
(6) Doove Netel met Hartvormige flompe ge- vr;
Jleelde Bladen, Lamium
J purpureum*
faaifche.
Zie daar het verfchil der Doove Netelen met
paar-
(6) Lamium Fol. Cordatis obtufis petiolatls. GoRT. Bttg,
&c. &c. Lam. purp. fcetidum Folio fubtotuntlo. C. B. Pin. o
330. Unica iners altera. DOD. Ptmpt. ij s , LOB. Is. 51«,
Hall. Helv. 641.
O