a72 TwËEt aACT iGÊ K r ü i d è h »
IV. Bloefnen , met Klokswyze Kelken, waar van
A xwEL bynaam is ontleend.
Hoofd»
stuk* Gamaoder met veeldeelige Bladen en ge*
ii. trojle Bloemen,
?T,a Criiint
^Levant-' de Levant is deeze door T o u u n e f o r t
fche. waargenomen, die mooglyk maar eene Ver-
fcheidenheid zal zyn van de voorgaande , zo
L i n n ^eüs aanmerkt»
in. C-3) Gamander met veeldeelige Bladen en drie
Druif!' gejleelde Bloemen by elkander zydelingsf
kruid.
De rónde gezwollen Kelken doen de Bloemen
van deeze zig eenigszins Druifachtig ver-
tooneo , weshalve het tot de Druifkrüiden is
betrokken geweest. Anderen maakenze tot een
Soort van Veld-Cypres en het behoort daartoe
voorzeker, zegt D o o oN é o s , omdat het een
Harstachtigen Reuk heeft. L ob e l noemt het
Gamanderlyn met gefnipperde Bladen, die gevind
zyn , volgens den Heer H a l l e r . Deez’
z e g t , dat de Steng naauwlyks. ooit een Voet
hoog groeit en dat het onder de Stoppels voorkom!
(z ) Teucrium Fol. multifidis, Flor. Racemofis. Teucr. Fol»
pinnatifidis &c. H. CUff. 301. R. Lugdb. 307. N. 14. Teucr,
Or. anguftif. laciniatum &c. Tournf. Cor. 14. Co mm, Rar,
»f. T. 2j .
(3) Teucrium Fol. multifidis, Flor. later, ternis peduncu»
latis. R. Lugdb. 306. N. 10. GOUAN Monsp. 271. Ger. Prov.
276. H. Cliff. 303. R. Lugdb. 30S. Botrys Chamadrioides.
C. B. Pin. 138. Chamaepitys altera. Dqd, Ptmpt, 46. Chairuc-
drys latiniatis foliis. LOB. Ie. 3S $.
D i ö ï n a w i Ai *7 3
komt op de Bouwlanden in Switzerland. In IV‘
Provence groeit het op Steenige plaatfen cnRot- xv.
fen: in Ooftenryk op Akkers tusfchen de Wyn- Hoofd-'
gaarden* Men viudt het doorgaans op hooge S™ K*
Koornvelden in Italië. De ruigte onderfcheidt^j.^.
jhet aanmerkelyk van de voorgaanden. Het heeft
een 'aangenaamen , Wynachtigen, Kruiderigen
Geur,
('4') Gamander met d'riedeelige Liniaale effenn
, . . . r Teucrium
randige Bladen, ongejteelde zy de lingje een- cham^pi-
zaame Bloemen en verfpreide Stengen. ^èid-Cy*
pees;
Dit Krüid is ’ t , dat mengeld- Cypres noemt
in de Nederlanden, in Duitfchland Je langer je
lieber , in Engeland Groundpine , in Vrankryk
ÏVe Moschait. Die laatfte benaaming zou echter
nader toekomeh aan de Zevende Soort. Het
komt in de Zuidelyke deelen van Europa wild
öp de Akkers voort, doch wordt by ods in de
Hoven,daar men Geneeskruiden teelt,gezaaid,
als zynde een Jaarlyks Gewas. In ’t wilde groeit
het dikwils maar een Handbreed , doch in de
Tuinen omtrent een Voet hoog, hebbende de
Bladen, die zeer fmal zyn, fomtyds zo lang als
de
(4) Teucrium Fol. trifidis Linearibits iritegerriavs &c. Mata
Jlled.z%7. GORT- Jklg. i6t. Kram. Aujlr. 165. Ger, Prov.
276. GoÜAN Mtnsp. 270. H. Clifp 301. R. Lugdb. 306. Ni
9. gron, Virg. 64. Chamacpitys lutea vulcaris f. Folio tri-
filo. C. P. Pin. 249. Chamapitys prima. Dod. Pempt. 46*
Ajuga f. Chamacpitys mas» Dioscot. Lob. Ic. 382. s