IV. Dit rioemt men , ik weet niet om welkere-
den , St. Krifioffels ■ K uid en wil dat het de
H oofd* Jiïcea van P l i n i u s zy ; misfchlen, om dat
stuk. ^ ß espen eenigszins naar die, van Vlier gely-
j f ^ ^ ' keu, dus getyteld. Het komt, in Kanada voor
met witte Vrugten , terwyl het onze dezelven
zwart heeft. De Groeiplaats is op belommerde
vogtige fchuinten der Bergen , zo in Sweeden
als in Duitfchland , Rusland, en de Zuideiyke
deelen van Europa. Het Loof gelykt naar dat
der Kroontjesdraagende en de Vinblaadjes naar
die van ’t Geitenbaard vry ve el, zynde helder
glanzig groen De hoogte van ’t Gewas is zelden
meer dan één o f anderhalven Voet. Het
heeft Ruitachtige plat - Vliezige Bloemblaadjes
zegt L i n n ^ u s .
Dit Kruid is voor ; Vergiftig gehouden , als
den aart hebbende van de Monniks-Kappen:
doch fommigen twyfelen daar aan. Doktor M a p -
pos verhaalt, dat de Wortels fomtyds voor die
van den zwarten Nieswortel verkogt wordeD.
Van eenigen wordt dit, o f de volgende Soort
als een kragtig Middel tegen de Vryflerziekte
opgegeven.
Ger. Prov. 374. KRAM. Auftr. 149. F/. Suec. 431 , 4s4,
A a * a Caule inermi. Fl. Lapp. 217. Aconitum Bacciferum.
C. B. Pin. i* !. Chriftophoriana. HALL. Helv. 306. Dod.
Tempt 402. Dod Purg. 237. cm s . Patin. 304 Chrift. ara
AÊtsa Plitiïi. L^B Ie. 682. ß Arftaca Racemo ovato &c»
Wi l l - Di& Aconitum Baccis niveis. Corn. Cunad. 76. T.
77-, Chriftophoriana Amer. Racemofa, Baccis niveis. MORIS.
Hiß. II. p. ï . S. i . T. 2. f. 7.
£ O ï, H A N D R I A . 8 3
(a) Krifloffelkruid met zeer lange Trosfen
droose Vrugten. x;v. '
H oofd*
Dit Kruid * in N o o rd -Amerika grocijende,stuk.
heeft het uiterlyk aanzien van 't voorgaande en £ Ua '
wordt aldaar Richweed , van fommigen Zwarte Racemuf
Slangen- Wortel 9 geheten; De Bladen o f Bloe- GetIOiU
men Hinken , zo wel als in het andere : de
Bloemblaadjes zyn dik * bultig 9 zeer klein * ge-
fteeld, met een Borftelig fpitsje en meer in getal
dan de Kelkblaadjes.
S a n g u i n a r i a . Bloedkruid.
Dit heeft een agtbladige Bloem en twee*
bladigen Kelk : het Zaadhuisje een Eyrond
Haar.wtjc zynde met ééne holligheid.
Maar ééne Soort ( i ) uit Noord-Amerika af- ^ i- . ^
komftig, komt in dit Geflagt voor, die gemeen-« a cana*
lyk Kanadaafih Chelidonium genoemd w o rd t, d:n^ nz,
doch.by M o r i N os den naam van Sanguinariadaafch.
heeft
(2) AB&a Racemis longisSïlriis Brucfibns liccis. Mat. Msd,
453. Gron. , Firg. SS>. Chriftoph. Amer. procerior. Dil l .
Elth. 79. T. 67. f. 78. Chrift. facie herbe fpicata. Pluk.
Alm. $4. T. 3S.3. f. 3 -
(1) Sanguinaria. Syft. Mat. X ll. Gen. 64$. p. 359. Feg.
XI11. p. 406. H. Cliff. 202. FaBR. Helmftttd. 221. GROM.
Firg. j7 . Sanguinaria major Sc minor , BI. fimplici, & major
Flore pleno. Dil l . Elth. 335. T. 252. Chelidonium ma*
jus Canadenfe acaulon. Corn. Can. 212. Mosis. Hifi. 1 1 .
p* 2.576 S. '3. T. i i . f. 1. R ij. Hiß. 1 8 8 7 . Ranunculus Vil*
ginienfis albus. PARK. Theatr. 327. Raj. Suppl. 314.
F z