IV. Geflagt voor, ’t welk de twee volgende Kaap-
xvE.L & Planten bevat.
Hoofd»
stok* ( i) Handbloem met makte Bladen, byna on-
'ii ge [teelde Stengen en óverhoekfe eenbloemige
tus. 1 *
Enkel- De vermaarde C ommelyn hadt deeze Soort,
° m' ’ wegens de gezegde figuur der Bloemen, Chei-
ranthuSf dat is Handbloem, getyteld. Zy groeit
aan de Kaap der Goede Hope. Op den Grond
fpreidt zy Lancetvormige Bladen uit, diep in-
gefneeden en groen, waar tusfchen Stengetjes
voortkomen van een Span hoog, met kleine of
enkel zeer fmalle Bladen , aan den top Aairen
hebbende van kleine geele Bloempjes, als gezegd
is.
ir- (2) Handbloem met Wollige Bladen, gehla*
^wollig«* derde Stengen en veelbloemige Steeltjes.
Dit Kaapfe Plantje is een geheel Wollig leggend
Kruid, metftomp Eyronde gekartelde gepaarde
Bladen , hebbende een end-Tros uit o.
verhoekfe Trosjes beftaande en fmalle Bloempjes,
(1) Manulea Fol. nudis , Cairi, fubaphyllis, red. alternis
unifloris. Syfl. Nat. XII. Gen. J244, p. 419. P'fgi XIIr.
p. 476. Manulea Fol. nudiusculis. Mant, 88. Lobelia Cheiranthus.
Sp. Plant. 1315». Chelramhus Africana Flore lureo.
COMM. Hort. II. p. 83* T. 42.
(a) M a n u l e a Fol. tomentofis , Caulibus Folio£is,Ped. mul-
tifloris- M a n t . 420. Selago toraentoia. Sp. Plant. 877. SeS.
Racerais Rauious. Am, A t ad. VI. Aft. 22. Pluk. Pèyt. T.
S IS* *♦
pjes, hoog geel van Kleur. De Meeldraadjes, IV.
in de gezwollen Keel Van ’t Pypje, zyn tweemagtig
met een geknopten Styl. Naar het Ge- Hoofd»
aairde Glimkruid * fchynt hetzelve veel te gely-STUK*<
ken. De Bloempjes? zyn regelmaatiger , dan j£ jg £
in de voorgaande Soort, verdeeld. * u. d .
V. Stuk ,
blads. 327. H e b e n s t r e t i a .
Dit Geflagt is benoemd naar zekeren Doktor
Hebenstrkit , die op bevel van den Koning
van Poolen naar Afrika gereisd was ter bevordering
van de Kruidkunde. Het heeft een dub-
beld uitgeranden Kelk, van onderen gefpleeten;
de Bloem met eene opftygende Lip, die in
vieren gedeeld is ; de Meeldraadjes in de ver*
deelingen van den rand ingeplant, en een twee-
zaadig Zaadhuisje.
De drie volgende Soorten, ook aan de Kaap
groeijende , zyn thans in hetzelve opgegevea,
naamelyk
(1} Hebenftretia met Liniaale getande Bladen
en gladde Aairen. tia dmtata.
Getande,
De
(1) Hdenflretia Fol. Linearibus dentatis , Spicis lxvibui.
Syst. Nat. XII. Gen. 770. p. 4*0. Pig. XIII. p. 476- ®*
CUff. 326. R. Lugdb. 300. BERG. Cap. IJ3« Valerianella
Africana Fol. anguftis &c, Comh. Hort. II. p. 247- T - 109.
Rapunculus Fol. infetiotibus multifidis, fuperioribus fiaapl.
eientatis» Flor, fpicatis. Bukm. Afr. T, 41. f* i.
L I 4
II. De el . IX. STWc