IV. welk p L iN i u s Trisfago zou genoemd heb»
^F° v fL‘ ben. De Steng is ongevaar een Voet hoog,
H oofd- maakende een lange Aair , met Bloemen , die
s tu k . een gnuitjge Bovenlip hebben, paarfch van Kleur.
&pMlzaa'Daar op volgen ronde fpitfe Huisjes, een geel
Zaad, zo fyn als Zand, bevattende*
. i * v* , (5) Neusbloem met Wollige Kelken, Eyronde
Rhinanthus v J _ r , ,
Capenfis. Blikjes en Lancetvormige getande Bladen.
Kaapfch.
Deeze Kaapfe, voor heen Buchnera genaamd,
gelykt naar de voorgaande zeer , doch wordt
door 5t droogen geheel zwart. De Bladen zyn
Lancetvormig en hebben wederzyds maar vier
o f drie Tanden. De Aair is langwerpig, met
Wollige Eyronde, een weinig gefpitfte Blikjes.
Z y beftaat uit Wollige , vierdeelige, ftompe
Kelken , gelyk in het Haanekam - Kruid, zegt
de Ridder.'
i IJas & Neusbloem met byna Lancetvormige Haai-
oostindi- rige geheel effenrandige Bladen.
(«he.
L in n \®us hadt de bepaaling dus gemaakt,
om dat in de Plant, door hem onderzogt, de
Ela-
( j ) Rhinanthus Cal. tomentofis &c. Buchnéta Africana,
Tol. dentatis oppofitis. Sp. Plant. 879. Am. Acad. VI. A fr .
18. Pedicularls /Ethiopica Rut* Canin* afpero Sc fiagili folio.
Pluk, Alm, 283. T. 310. f. 2.
(6) Rhinanthus Fol. lublanceolatis , Pilofis, integenimis.
Fl. Zeyl. 238. Hysfopus Zeyl.- tenellus Pratenfis. Buhm. Zeyl.
112. Burm. Fl. Ind. 131. T. 39-f. 1./8. Veronicx affinis
Iniica tenuifolia &c, Pluk. Alm. 384. T. 114. f. 2.
Bladen alleenlyk gehaaird , doch geheel effen- IV»
randig waren. Zy zyn , ondertusfchen ,w e ld ui-Af°^bL*
delyk getand o f ingekerfd, in de Afbeelding Hoofd*
van den jongen en in de befchryving wordt doorstuk.
den ouden Heer B u k m a n gezegd, dat z y ge-/fermid,
karteld waren, en wel in beiden; want ik weet
niet welke Ceylonfche met de aanhaaling bedoeld
worde ; o f die welke enkel Wila, of die welke
Welakola heet, hebbende den Reuken Smaak
van Thym (*). Hoe ’t z y , de afgebeelde heeft
een lange Bloem-Aair: des die van P l u k e -
N ET , met zeer dunne Bladen en byna Kroontjes
- Bloemen, hier weinig ftrooke.
( 7 ) Neusbloem met een gaapende Keel; de vu.
K , Rhinanthus
Bladen tiithoekig getand• vwginicus.
Virginifche.
Virginie is de Groeiplaats van deeze laatfie
So o rt, w e lk e , door den Heer C l a y t o n ,
Geel Fingerhoedkruid met ingefneeden Bladen
was getyteld. Hy merkt aan, dat hetzelve de
Knopjes der Meeldraadjes ruig en tweedee-
lig heeft.
E o-
(*) In Flora Indica is aangehaald Hysfopus paluftris repen;
tenellus Odoie Thytni. Burm. Zeyl. 123f doch daar
fiaat Fol. crenatis, en repen; fchynt zo weinig met de Afbeelding
voorgemeld ofeteen te komen als Fol. crenatis met
de bepaaling. , _
(7) Rhinanthus CotolUs Fauce patentibus , Fol. finuatodentatis.
GROM. Fhg.
II. DSEL IX. STUK.