IV.
Afdeel.
xv.
H oofds
tu k .
Blootzaadigt.
vir.
öcymutn
$anïïumm
Heilig.
vin. '/tmericanum.
Amerïkaanfch.
Handbreed, volgens M o r is on ; zo dat hetze
lve, ook bovendien uit de Geftalte, die be«
kend is , het Citroen - Ozimum van R u m ï h i d s
en B a d h l n u s , *t welk ik ’er toe betrokken
vind, dat ruim zo groot als het gemeene wordt,
niet kan zyn ( f ) .
( 7 ) Balfemkruid met langwerpige Jlompe ,
Zaagtandige gegolfde Bladen, een ruige
Steng en Hartvormige Blikjes.
Dit Oostindifche, uit Zaad in de Upfalfche
Akademie-Tuin gewonnen , hadt eenregte gearmde
rondachtige SteDg, van anderhalven Voet
hoog, donker paarfch, met witte Haairtjes. De
cpftaande end - Trosjes waren van dergelyke
Kleur. Het hadt naauwlyks eenigen Reuk.
(S) Balfemkruid met by na Lancetvormige ge-
fpitfte, omtrent Zaagtandige Bladen, ronde
Trosfen en eene bykans Kruidige Steng*
Dit Amerikaanfche heeft een opgeregt Sten-
getje van èeü Voet hoog, dat rond is en ruuw,
met gepaarde gedeelde Blaadjes en Haairige
Bladfteeltjes. De end-Trosfen beftaan uit ronde
(j-) Ocimutn citratum. Rumfh. Amb. V. p. 266. T. 93.’
f . , i . Burm. Fl, Ind. 129.
(7) Ocymum Fol. oblongiusciilis , obtufis , fertatis undii-
latis &c. Mant. is-
( t ) Ocymum Fol. fublancéolatis , acuminatis fubferratis
Sre. Am. Acad. IV. p. 27«.
de zesbloemige Kransjes met witte Bloemen, ’c Is
ook een Zaay - Gewas. Ay^ u
XV
( 9 ) Balfemkruid met Eyrond - langwerpige fjOOFD.
Zaagtandige Bladen , Hartvormige omge - s t u k .
boogene holronde Blikjes en Draadachtig ix.
. , Ocymum
dunne Acuren• unwflorum
»
Dat de hier aangebaalde Kruiden allen tot Kiembioe-
één Soort behooren zouden, is nietwaarfchyn-
lyk. De kleinte , immers , van die Ceylonfche
Munte, welke de Hoogleeraar J. B urman-
nus afgebeeld h e e f t , ftrydt tegen de grootte
van het Wilde Balfemkruid van R umphiur ,
welks onaangenaame Reuk, wederom,met dien
by uitftek lieffelyken Geur, aan het Heefcerige
Ocymum van Madrasfdoor P l u k e n e t toe-
gefchreeven , niet het allerminfte ftrookt.
,, De Steng (zegt de Ridder), is één o f twee
Voeten hoog, rondachtig, paarfchacbtig,ge-
„ armd, yl béfprengd met Haairtjes, en kort
„ getakt, met lang - Eyronde , ftomp Zaagtan-
„ dige, zagte, langgefteelde Bladen. Het heeft
„ drie lange , fmalle , gefteelde end * Aairen,
j, met gepaarde, gladde , Hartvormige, holle
, , Blikjes, digt omgeboogen. Drie Bloemen
„ kof9)
Ocymum Fol. ovato - oblongis fertatis 8cc. Ocyra. Ma-
deraspatamun Frutescens &c. P l u k . Alm. 26a. T. 208. f.
4. Bafilicum agrefte, RUmph. Amb. V. T. 92. f. 2. Mentha
Zeylanica Spicata pufilla Sic. Burm. Zcyl. i;8. T, 70. f. 2.
Burm. Fl. Ind. 129.
Dd 4