T w e e m a g t i g e K r u i d e n »
IV. C h e l o n e. Schildbloem.
A fd e e l .
Ilooro. Dit Geflagt heeft de Bloem Grynsacbtïg,op-
9TDK. geblazen, geflooten en zodanig gefatfoeneerd,
schuilzaa- (jg Bovenlip zig als het Schild van een
dige' Schildpad vertoont. Hierom gaf T o u r n e -
f o r t aan de eerfte Soort den Griekfchen naam
Chelone, die een Schildpad betekent, en noemt-
ze zelfs , in ’t Franfch, la Tortue. Zonderling
is ’t , dat L i N N ^ u s deezen vreemde naam,
tegen zyn eigen Stelling , behouden het-ft ( 3*
Ik noem het Geflagt liever Schildbloem.
De Kenmerken zyn verder een vyfdeelige
Kelk: het beginzel van een vyfde Meeldraadje
tusfchen debovenften en een tweehokkig Zaadhuisje.
Het bevat de vier volgende Noord-A-
merikaanfche Soorten.
'i. ( i) Schildbloem met gejleelde Lancetvormige
Cub°T Zaagtandige Bladen, de bovenfien gepaard.
Gladbla- - <Sg. Dit is de gedagte van T o u rnefort, uit
Acadia of Nieuw Schotland overgebragt door
den Heer Di e rv i l le en naderhand in de
Europilche rI uinen aaDgekweekt. Sommigen
mer-
( * ) Vide Philcs. Bot. g. 130. Waarom dit minder verworpen
dan Elephas of Onagra , enz.
( 1 ) Chelone Fol. petiolatïs Lanceolatis ferran’s S c c . SyJI.
Nat. XII. Gen. 748. p- 4 9 8 - E'eg. XUf. p. 4 6 3 . H. Cliff.
493. R. Lugdb. 293. FAHR. Helmjiai. UI. GroN. Vïrg. 70,
93. Chelone Acadienfis flore albo, ï 'qurnf, Mom. de 1706«
p. 106. T. }.
D I D Y N A M I A. 483
merken aan , dat de Kelk uit agt Blaadjes be- IV-
ftaat, doch eigentlyk heeft het een vyfdeeligen
Kelk in een driebladigen begreepen. De Bloem H o o f d -,
is wit, eenbladig, van figuur als gezegd is; ge-STUK:*
lyk menze door EHRExzeer fraay vindt af-fp ”4ia~
gebeeld. Zonderling is dezelve, niet alleen door
de gezegde figuur, maar ook doordien de Meel-
knopjes zig vereenigd bevinden, de Meeldraadjes
van elkander afgezonderd en het vyfde zig
Bladerig uitftrekt, zonder Meelknopje. In Vir*
ginie bloeit zy op Moerasfige plaatfen en in Wateren
, in de Herfst ,zo C la y ton aantekent.
(23 Schildbloem met gejleelde Lancetvormige ir. ■
Zaagtandige gepaarde Bladen. tbiiqaal
S c h e e f .
Zo weinig verfchilt deeze van de voorgaande.
Dat Gewas, naamelyk, ’c welk door den Heer
L innjEüs als eene Verfcheidenheid is voor-
gefteld, met Roozekleurige Bloemen, heeft de
kundige Mi l ler als een byzondere Soort in
Plaat vertoond en befchreeven. ’c Zou het Vin-
gerhoedkruid van Maryland zyn, met Zaagtandige
ttyve fmallere Bladen en driekantig Zaad
als Boekweit van Plukenet , ofdatmetPer-
fikbladen van Pe t i v e r , ’t welk door Jos-
s e l yn , in de Zeldzaamheden van Nieuw Engeland,
genoemd was Kolobrietjes - Boom. (3)
( 2 ) Chelone F o l . p e t io la t ï s L a n c e o la t is Scc. C h e lo n e F o ! .
fp e c io f is p u k h e r t im i s , C o lo r e R o fa c D a tn a s c en a e . Mill. Ie.
62. T . 9 3 . D ig i t a l i s M a r ia n a Sc c . T l u k . Mant. 6 4 , T . 3 4 8 .
f . 3« T r e w . Ehret. T . 8 8 .
Hh a