IV . (6 ) O ré g o met lange gejleelde vergaarde Aai-
Afdeel. ren, en Blikjes van langte als de Kelken*
H oofdstuk.
( j j O ré go met rondachtige , Pluimswys'’ rond
o ^anum getropte Aairen; de Blikjes Eyrond, tan-
Beracteoti- ger dan de Kelken.
tam*
Gnekfche. j ) eeze v jer poorten maaken als Verfcherden»
VII. Vulgate. heden u i t , van het Kruid dat men Orégo noemt.
o?és” *eene ^a a t^ e S r o c ic door geheel E u ro p a , z e lfs in
onze Nederlan den , o v e rv lo ed ig in G eld e rlan d ,
tusfchen Zutphen en D o e sb u rg , als ook b y W y k
te Du u rfted e , z o de H e e r d e G o r t e r meldt.
Z y n E d . heeftze ook in Rusland aan de O e vers
der Rivieren , in Bosfchen en op woefte
V e ld e n , waargenomen. N ie ts gemeener dan dit
Kruid , aan de kanten der K reu p e lb o s fcb en ,
z e g t de Heer H A L L E R . M en noemt het in ’ t
Franfch Origan, in ’ t Engelfch Origane, in ’ t
Hoogduitfch Doften , Wolgemut o f o o k , gelyk
by o n s , Wilde Mariolein.
E en opftaande, z e e r T a k k ig e , ronde S t e n g ,
vam twee t>f drie Voeten h o o g te , is paarswys’
be -
(6) Origanum Spicis Jongis pedünculatis aggregatis &c.
Origanum Heraeleoticum , Cunila Gallinacea Plinii. C. B,
Pin. ai3. Lob. ïe. 492.
(7) Origanum Spicïs fabrotundis paniculatis congiomeratis
&c. Origanum Fol. ovatis &c. Mat. M e i 2.9P- Gort. Belg.
I71. KRAM. Auftr. 176. Fl. Suft. 480. HALL. Helv. 55 6»
Ger. Prov. 26}. GouAN Mtnsp, 288. GRON. Virg. 6} , 9 U
Gort. Ingr. $>j. Origanum fylveftre. C. B. Pin. 233. I)od»
tempt, 285. Agroiiganura f. Onites major, Lot, Ie, 492«
bezet met fpits Eyronde zagte Wollige Bla- IV. ^
den, die eenigszins getand zyn, met een kort FI^ tt
Steeltje. Op den top komen de gezegde Bloem- H oo fd -
Aairen, als Kroontjes, voort, wier Blikjes, dieST“K*
de Kelken onderfcheiden , doorgaans eeniger
maate, maar in de Amerikaanfche zeer hoog
paarfch gekleurd zyn. De Bloemen zyn gemeen-
lyk Vleefchkleurig, doch men vindtze niet
zelden wit,‘ en het Kruid komt met bonte Bladen
voor ( * ) .
Het aanmerkelyke verfchil der Ouden, over
de Orégo, is , uit de gezegde Verfcheidenheden
naar de Groeiplaats , ligt te bégrypen. Allen
hebben zy een niet onaangenaamen Kruiderigeü
Geur, maar de Cretifche münt uit in fcherpheid
der daar van gedeftilleerde Olie , die derhalve
meest tot Rilling van de Kiespyn [gebezigd
wordt. * Dè geméène is ook zeer Krüiderig eü
kan in Borstkwaalen en andere Ongemakken ,
daar Verftoppingen p la a t s h e b b e n , die uit koude
Slym ontftaan, ’t z y by wyze van Aftrekzel
o f in Stoovingen' en Baden, o f anders dienen.
In Italië doet menze by de Spyzen. De Bladen
en Bloemen zyn tot wegneeming der kwaade
hoedanigheid, die in de Champignons mogt
z y n , zegt Doktor S c o p o l i , door een Bis-
fchop en Prins des Roomfchen Ryks , groot
Liefhebber van die K o s t, gebruikt geweest.
( V
(* ) z ie de VÈtfehïidcnhedêtt by Weinmann , in 27«
tCruidb. Plaat N. 772.
B b a