IV# werpige, hoekige , eff ene Kelken en de BJ,oe*
Aedeei,. ynen Hartvormig gelipt. ' |
f r ° Z D Dit komt in Bosfchen , óp Hcy- Velden en
Schuiizaa- Weidlanden voort, zyndé door geheel Europa,
als ook in onze Provinciën, vry gemeen. Men
noemt het, in ’t Hoogduitfch, Rodel o f Rödel-
krant , en by ons Roode Ratelen , welken naam
het van de Geele Ratelen of Tiaanekan>
* zie men * , naar wien de Bloem wat gclykt, fchynt
biadz. 450.2angferomen te hebben. In ’t Franfch wordt het
Rediculaire , in ’ t Engelfch Loufcwort, on rn ?t
Hoogduitfch I ook wel LaufeUraut , dat is Luis-
krüid, geheten. Hier van heeft het Geflagt den
naam.
Het heeft een laage leggende Steng met uit-
gebreide Takjes , groeijende zelden een Voet
hoog. Kleine Vinblaadjes , fyn ingefneeden, komen
zo uit den Wortel als uit de Takken voort,
en maaken dat het, eerst opfchietende Kruid wel
naar Varen g e lyk e .' Het heeft lange, fmalle ,
bleek paarfchachtige Bloemen, met een vyfdee-
ligen Kelk, waar van het onderlte Tandje klein,
de overigen gekamd zyn. Het Zaadhuisje is
fnuitig, fcheef gaapende, en bevat Eyronde Zaa*
den.
Men heeft dit Kruid weleer voor famentrekkende
, en uitwendig tot Geneezing van Wonden
en vuile Zwecren dienftig, aangezien,- waarvan
het den naam van Fiflelkruid zoude bekomen
hebben, De voorgaande Soort & nog in fpmrnï-
ge ^potheekep bekend, Het h e e ft, gelyk de
meemeeften
van dit Geflagt, een onaangenaame jy .
fcherpheid. Afdeel«
r xv.
C 3 ) Luiskruid met een neergeboogene byna
Takkige Steng; de Helm der Bloemen met n
een fpitfe Snuit; de Kelken gekamd en eeni- PedkuUrh
germaate ruig. snuittg.
De Snuitige Bloemen , paarfch van Kleur,
onderfcheiden deeze Soort, een. klein Plantje,
op de Switzerfche en Ooftenrykfe Alpen groeijende
en meest op den Grond neerleggende.
(4.) Luiskruid met een enkelde Steng, drievou- iv.
dig gekranste geßooten Bloemen, gekamde ^caroUnum
Kelken en regelmaatige Zaadhuisjes. Stepten g.
Deeze, die in de Noordelykedeélen ❖ anEuropa
, op vogtige Veengronden , in Bosfchen
en elders groeit, is zeer fraay door eene regt-
opftaande Steng van drie Voeten hoogte,meest
ongebladerd , doch fomtyds ook geheel gebladerd
, uitloopende in een Aair van Kransjes ,
wel-
(3) Pedleaiaris Caule declinato fubramofo &c. Kkam.
Aaßr. 18 3. N. 3. Ped. Caulibus reflexis , Spiel Iaxä purpurea.
Seg. Ver. in . p. J2J. Ped. Alpina Fóliis alternis. Ha l l .
Ilelv. 621. T. 16. f. i. Ped. Alpina Fillers folio minor. C.
B. Pin. iö3.
(4) Pedicularis Caule fimplici, Flor. terno - Verticillatis Sec.
Ft. Stuc. 506. Oed. Dan. 26. Ped. Caps, fubrot. regulari-
bus. R. Lugdb. 259. Ped. Alpina Folio Ceterach. Helw.
Flor. 39. T. 3 9.. Sceptrum Carolinum. Rudb. It. 1. T. 1.
Ft. Lapp, 243. T. 4. f, 4. H. Cliff. 326.
G g 4
II. D n u IX, stuk.