( 1 3 ) Munt met Kransjes-Bloemen, Zaagt an-
Afdeel* di&e Lancetvormige gefieelde Haairige Blaxv.
den , de Meeldraadjes van langte als de
Hoofd- Bloem.
STUK.
xni. In Kanada groeit deeze volgens K a l m , die
CaZdcufis. de Steng hooger dan de voorgaande, nietTak-
kig en zeer Haairig heeft, de Bladen de helft
fraaller en fpitfer , komende voorts taamelyk
daar mede overeen.
(14) Munt met Kransjes-Bloemen, Eyronde
flompe eenigermaate gekartelde Bladen,
rondachtige kruipende Stengen, de Meeldraadjes
langer dan de Bloem.
xv. ( 1 5 ) Munt met Kransjes-Bloemen, gepalmde
Hei«*' Blikjes , Liniaale Bladen, deMeeldraad-
P°iey- jes langer dan de Bloem.
Deeze beide Soorten maaken het Kruid uit,
dat men in ’t Hoog- en Nederduitfch Poley, in
’t Franfch Pouliot noemt , naar den Latynfchen
naam Pulegium; doch in ’t Engelfch Penny Royal
of Pudding - Gras. De eene is breed- de andere
final«
( ü ) Mentha Flor. Vertlcillatis &c.
(14) Mentha Flor. Verr. &c. Mat. Md, 280. GoHT. Belg.
i6j. R. Lugdb, 325. &c. &c. Pulegium Regimn vulgatuin.
Lob. Ic. soa.
( i s ) Mentha Flor. Vert. Fol. llHeiribus &c. R . Lugdb.
326. Gouan Monsp. 279. rulegium anguftifoliiim. C. R«
Pin. 222. LOB. Ic. Sol.
XIV.
Pulegium,
Poley.
fmalbladig en deeze wordt gemeenlyk Pulegium IV. '
Cervinum of Herts - Poley geheten. De e e r f t e ^ ^ i .
groeit bynadoor geheel Europa wild, komende aooFDby
ons op vogtige plaatfen, omtrent den Ysfel stuf.
en elders voort: de andere groeit in de Z u id e -^ J^ 3
lyke deelen van Vrankryk by dezelve. Het is by
de Kruidkundigen uitgemaakt, dat zy tot. dit
Geflagt behooren, wordende meest onderfchei.
den door een byzonderen Reuk. Sommigen keuren
het Smalbladige o f Herts-Poley, dat fler-
ker van Reuk is , dienltiger tot Geneeskundige
oogmerken. Het Kruid is fcherp en bitter van
Smaak, openende kragtiger dan de Kruizemunt
en in ’ t byzonder dienende tot afzetting der
Stonden. Zelfs het gedeftilleerde Water daar
van en de Olie wordt ten dien einde, en fom-
tyds tot bevordering van de Kraam, gebruikt.
In de Kinkhoest der Kinderen , in Opftyging
(,>n Borstkwaalen , is het Sap o f Aftrekzel der
Poley een uitmuntend Middel. De Reuk alleen
neemt fomtyds de Walging en Benaauwd-
heid weg. Voorts dient het uitwendig, in Stoo.
vingen, Baden en Pappen, om veelerley Pyn-
lykheden te verdryven. Op ’t Hoofd o f agter
de Ooren gedragen, was het, volgens de Ouden,
een behoedmiddel voor Zinkingen. Z y
plagten het in veelerley Spyzen te mengen, ge-
lyk het by de Engelfchen nog in gebruik is, om
gehakt in Saucyfen, W orst, o f Bloedbeulingen
te floppen, of ook by de Podding te doen; doch
door ’t kooken verliest het zynen Geur.
X 5 . De