ïV.
A fdeel.
xiv.
H oofd-
STUK.
Ut.
Aconitum
P •, renaiium.
Pyreneefche.
IV.
Anthora.
Te^en giftige.'
Cs) Monnikskappen met veeldeelige Bladen,
de Slippen Liniaal op elkander leggende
en rappig.
In Siberie , Tartarie en op de Pyreneefehe
Bergen, wordt de Groeiplaats gefield van dee-
ze Soort, wier Bloemtros voor ’t bloeijen knikt.
(4) Monnikskappen met vyfwyvige Bloemen,
de Slippen der Bladen Liniaal.
Op de Gebergten der Zuidelyke deelen van
Europa groeit deeze, die den Wortel famenge-
field heeft uit twee, drie o f vier, hoekige Bol»
len, aangenaam van Reuk ; de Steng een Elle
hoog, met zeer dun gefneeden Bladen , engee-*
le Bloemen als de Monnikskappen. Z y heeft toe
by de vyftig Meeldraadjes, met breede Steel»
tjes en omgeboogen Knopjes: als ook v y f tweekleppige
ruige Zaadhuisjes met veelhoekige
Zaadjes.
Dit Kruid is van ouds Anthora of Antithora
genoemd geweest, wegens de Tegengiftigehoedafcherpfappige
Kruiden. Zie voorts dienaangaande het VIII.
DEEL der Uiegezogte Verhandelingen, biadz. 533.
( i ) Aconitum Fol. muitipartitis, Laciniis Lineaiibus incum-
bentibus. H. Ups. 151. Acon. Pyrenaicum luteum. Rat,
Uur. 36j. «
(4) Aconitum Ploribus pentagynis Foiior. Laciniis lineari-
bus. H. Cliff. 214. Ups. Mat. Med. 270. HALL. tleiv. 313.
Ger. P tov, 391. R. Lagdb. 483. Acon. Salutiferum f. An»
thora. C. B. P i n . iS4- Anthora f. Antithora. CAM. E p i t .
337, ton- 677. Don. P e m p t , . 443, P u r g . 324.
■ ■ n
P o l y a n b r i a . 167
danigheden in hetzelve ook door G esnerus IV*
waargenomen , en daarom heeten het de Duit-
fchers Gifftheil volgens C üm e r a r i o s , die Hoofd -
hetzelve beter afgebeeld heeft dan L obel enSTUK*
D odonóus . Het werdt daarom Aconitum Sa~ Tn&n,a'
lutiferum , van den eerstgemelden , getyteld.
De Smaak is bitter met eenige zoetheid. Sommigen
hebben het naderhand, misfehien in het
Kruid bedroogen, verdagt gemaakt. Z y febree-
ven ’er een geweldige bitterheid en een gevaar-
lyke Purgeerende kragfc aan toe ; ja het zo u ,
volgens H o f f m a n , Hoofdduizeling verwekken.
Het wordt niettemin door den beroemden
G e o f f r o y , ter veelheid van een Scrupel o f
Drachme , in Kwaadaartige Koortfen , die uit
Slym en Wormen in ’t Gedarmte ontflaan,door
Ondervinding aangepreezen (* ) . Deez’ erkent
ook de groote bitterheid of fcherpte van den
Wortel , dien hy zegt in ’t Dauphiné veel in
gebruik te zyn tot Wormdooding en tegen Buik-
pyn. Volgens L o e e l verkogten de Muüfloo-
ters te Venetie het Gemeene Volk ( f ) denzel-
ven als een Tegengift. Hy komt in het Orvie-
taan van Touloufe.
(5 ) Mon-
(*) Geoffb. Mat, Med. Tom. II. p. i t .
(D Dat met hun muilflooten te bedriegen is, zegt LOBF.L
en vetftaaf ’er buiten twyfel de genen door., die met Re*
liquie - Kasjes te kusfen omloopen, en inmiddels voor
Kwakzalver fpeelen, in Italië.
Ik l 4 Deel, ix . s tu* .