IV
A fdeel.
xv.
Hoofd
STt'K
Schuilzaa-
Blikfem gemengd , die als onder zyne Voeten
zweefden. Eindelyk, den Top bereikt hebbende
, deedt zig aan hem, tusfchen het gruis van
ge broken Steenrotfen , die nog nat waren van
de gefmolten Sne euw , dit Kruid o p , t welk
door zyne or verwagte verfchyi ing ■> op ?ulke
a f elegene ^laarien , ook andere Kruidkezers
ve rukt het ft In Switzerlatad hebben S ch e i ch.
z e ^, H a l l e h , G a c n e b i n , hetzelve aan
de kanten der Yskolk-n en op'foppen der tteil-
fte Bergen waargenomen: zo dat he t, als’t was-
i e , een Kluizenaar is onder de Planten, die de
famenleeviDg met Menfehen en Dieren, ja zelfs
de Warmte Tc huwt.
p E D i c o L A R i s * Luiskruid.
In dit Geflagt is de Kelk vyfdeelig, het Zaadhuisje
tweehokkig, gefpitst, fcheef, bevatten*
de Zaaden, die een bekleedzel hebben. Voeg
hier by de gedaante van de Bloem, die gehelmd
is en gelipt, hebbende een Smoelachtige en zeer
byzondere figuur. De naam zou daar van af kom-
ftig zyn , dat het V e e , weidende op Landen,
daar ’t zelve veel groeit, Luizig worde. Mis-
fchien hangt zulks van de flegte hoedanigheid ,
des Voedzels op zulke Landen, a f : misfehien
is *t een verdigtzel.
Hoe ’t z y : het bevat zestien, meest Europi-
iche Soorten j ie drie eerft m met een J akkige ,
de volgende met een enkelde Steng*
d )
( i ) Luiskruid met een Takkige Steng ; de Kd IV*
ken gekamd en eeltig gejlippeld; de Bloe- *
men fcheef gelipt. Hoofdstuk.
In de Moerasfen der Noordelyke deelen van 1.
Europa groeit deeze, die op ’t u'terlyk aanzien pLup.h. ’*
na uwlyks dan in grootte van de volgende ver- Mouasüs*
fchilt Men vindtze echter ook in Ooüenryk ,
aan den Ryn en in Switzerland, alwaar zy
zelfs niet zeldztam i s , komende aldaar op vog-
tige Velden en in de Bergvaleijen , nier alleen
met roode o f paarfche , maar zelfs met witte
en met grome Bloemen voor. D o u o r é o s
z e g t , dat men het Fiftelkruid in de Moer sfi-
ge Sr rei ken van Holland, fotntyds groot er dan
elders vindt. Dit betrekt B allek tot deeze
S o o rt. welke, volgers den Heer oe G o « t e r
voorkomt in Gelderland, op de Stads Weide,
by Harderwyk.
C i) Luiskruid met een Takkige Steng, lang ir.
SylvatietU
wer ßosicbig«
f l ) Pedicularis Caule Ramolo Catycibus criftni* callofo-
p u n ß a t i s 8 c c . Syfl- Nat. X U G e n . 74.6. p . 40 7 - ^eg. X I I I .
p. 4'-I. Mat. Alti. 314. Gokt Belg. 1 7 0 . Kram. Aaftr.
1 8 3 . PI Sues. 50 5 , j j i . H A L L . Helv « z i . J e d P r a ten fis
ru b r a e la t i >r. R a j Hift 7 0 0 . P e d , D a n ic a m a x im a L o b .
JUu/ir. 147. P e d icu J a r is . Tab. Hiß. p. 499. Ic. bona.
■ i) Pedicularis Caule Ramofo &c. GOR*. Belg. 170. Fl.
Suec. J04, s s>. .Pl Lapp. »41. Kham. Auffr. HALL. Helv..
U ts . GOUAN Monsp. 29«. H. Cliff. 3 7 « . R . Lugdb. 19 8 ,.
P e d ic u la r is p r a ten is p u rp u r e a . C B . Pm. 1 6 3 . F u t u l a i i a .
D o d . Pempt. sp<i, P e d ic u la r is . L o b . Ic. 7 4 8 .
Gg 3
U* Dcsl. ix stuk.