Afdeel. O 2) Spirsa met gevinde Bladen , het ende-
xiii. * lingfe grooter en gekwabd, de Bloemen
H oofd- Trosachtig.
STUK.
s w * De Latynfche naam > Ulmaria, is aan dit
uimaria. Kruid gegeven, om dat de Bladen veel naar.
Reynette. d ie der Y pen o f Olmeboomen 'gelyken. Men
noemt het ook w e l, gelyk de eerfte Soort, Gei-
tenbaard'i doch het voert, in ’t byzonder, den
naam van Regina P ra t i, in ’t Franfch Reine
des Préz , dat is Koningin der Velden , waar
van de Nederduitfche naam, Reynette, zyne
afkomst heeft. Het is by ons, gelyk door geheel
Europa, op vogtïge lommerige plaatfen , aan
Waterkanten, by Haagen en o[\ Velden, hier
en daar gemeen.
Dit Kruid verlchilt van ’t andere Geitenbaard,
zo doordien de Bladen enkel-Vinnig zyn , als
doordien de Bloemen niet zulke verfpreide Katten
maaken , maar digt te famen zyn gehoopt
D e Bloempjes heeft hetzelve meerendeels % f ‘
bladig, en de Bloemblaadjes zyn niet Eyrond-
achtig, maar Spatelvormig. De Zaadhuisjes
maaken kromme Haauwtjes uit, ten getale van
z e s , zeven o f agt, vergaard.
In
(iv) Sfir&a Fol. pinnatis , impari majore lobato, &c
MJ U Med' f ISI- L^ dh‘ 277* Gouah
Monsp. 24J. Ft. Stuc. 405, 440. Gort. lielg. 141. Barba
Captas Flor. com p a s , c . P. Pin. ,H . Regina Prati. Dod.
empt. S7. L ob. Ic. 711. HALL. Helv. 307. Ulmaria. Clus.
Fsr.n, 6$9.
In kragten verfchilt dit Kruid van de voor-
gaanden weinig. De groote B o e r h a a v e xm.
hadt het dienltig bevonden, om de ongeregel-Hoofd-
rtf- hfweeains der Zenuwen te doen bedaaren, TJJK*
en verfterkende , door zyne fainentrekkenden-™ta%r
hoedanigheid. Het Gemeen gebruikte den Wortel
tegen Buikloop. Het gedeftitleerde Water ,
zegt H a l l e r , wordt inKoortfen met Uitfiag,
daar de Geneesheer de Uitwaafeming tragt te
bevorderen , dikwils voorgefchreeven.
(13 ) Spiraea met Vinswys’ drievoudige Bla- m u
den, het onefene vyfkwabbig gepalmd. pJmaia.
’ Gepalmde.
In Siberie groeit deeze , die in geflalte naar
de naastvoorgaande gelykt , hebbende het Kruid
reukeloos , maar den Wortel welriekende. De
Vrugt is als die van het Dropwortel, niet gedraaid
gelyk in de Reynette.
(14.) Spïrsea met drievoudige Zaagswys’ ge- xiy.
tande, byna gelyks Bladen en eenigermaa-
te gepluimde Bloemen. se*
Van
(13) SpirMVol. pmnato-ternatis, Folloloimpartqura-
quelobo-paltnato. jACq; Hort. 83.
q /l4) SpirM Fol. tertiaris ferratis fubjequalibus. Flor. fub-
paniculatis, Filipendula Foliis ternatls. H. Cliff. im . Ups.
, , r R Lugdb. 277. CKON. Vtrg. 55, 77* Ulmar.a major
trifolia , Flore amplo pentapetalo Virgiaiana. PLUS.
uil«»»
393. T. flï«. f- i ’