A fd eel .
xv.
H oofd*
stu k .
Schmlzaadige.
T.
Pedalium
Murex.
Oostitldilch.
voor, dat wegens de figuur van de Vrugt, veel
naar onze Europifche Waternooten, gemeenlyk
Minkyzerï genaamd ( * J , gelykende, den by*
naam voert. Zelfs wil men dat de Cingaleezen
op Ceylon die Vrugten tot Voetangels gebruiken
zouden. Deezen naamheb ik aan het Laadkruid}
Tribulus, gegeven ( f ) .
De eenigfte Soort ( 1 ) , Zee - Bilfemkruid met
Vrugten als der Waternooten, by den Heer J.
B ü r m ANnu s genoemd , is door den jongen
Heer in Afbeelding gebragt, die aanmerkt, dat
de zyne veel teerder z y , dan de gene die in de
Malabaarfe Kruidhof is vertoond, hebbende ook
eene ftomp Eyronde Vrugt,* de Steng met een
witte Wolligheid bekleed; de Bladen overhoeks,
getand, eenigermaate ruuw en glanzig; de Bloemen
in de Oxelen eenzaam. Die van Ceylon
hadt de Bladen gepaard, gegolfd, gefteeld en
de Vrugten , als gezegd is , met vier Doornen
gewapend : zo dat de gedagte daar van eene
Verfcheidenheid zou moeten zyn.
X V I .H O O F D -
• zie het voorg. VII. St u k » bladz. 35z*
' ( t ) In het VIII. STUK , bladz. j z i .
(1 ) Pedalium. Syft. Nat. Gen. 794- P- 4*7- Ttgf XIII.
p. 48s. BUEM. FL Ird. 139. T. 45. f. 2. Hyosçyamus ma-
ritimus Fru£tu Tribali aculeato. BuRtvf. Zeyt. 122. Patiraja.
HERM. Zeyl. 42. Murex. Fl. Zeyl, 44°. Kaki - Muliu. Hart.
■ Mal. X. p. <43* r * 7Z*
X V I. H O O F D S T U K .
A fdeel
XVI.
Hoofds
tu k .
Befchryving de rVï e r m a g t i c e K r u i d e n
( Tetradynamia ) dus genaamd , om dat van
, zes Meeldraadjes, in derzelver Blogmen, vier
langer zyn dan twee anderen, die tegenover elkander
jtaan :gelyk dit plaats heeft in deK ooi ,
Radyzen , Violieren , Lepelbladen, Thlaspi
en veele andere Kruiden►
T " \ ie Planten, welken de vermaarde T o u r *
NE f o r t in ééne Klasfe hadt t’huis gebragt,
onder den naam van Kruisbloemige; om
dat zy vier Bloemblaadjes hebben , die als de
Wieken van een Molentje in ’t kruis fiaan ,
hebben de gedagte eïgenfchap , welke dezelven
van alle anderen ondericheidt. Bovendien is
haare Vrugt een Haaüw o f Haauwtje, *t welk
plaats heeft in weinige andere Planten: des dee-
ze Klasfe als zeer natuurlyk kan aangemerkt
worden. T o u r n e f o r t hadtze , naar de figuur
en gefteldheid der Vrugten, in verfcheide
Rangen verdeeld; doch L i n n ^ us maakt ’er
fiegts twee, van Haauwtjes-en Haauwdraagen«
de, waar van de eerfte veertien, de andere z e ventien
Geflagten bevat. De Kelk, zo hy/er
is bytsa altoos vierbladig, zit altyd onder het
Vrugtbeginzel, dat het onderfte van den Styl
uitmaakt en de Vrugt wordt. Deeze Klasfe heeft
P p geen