IV. Door denzelfden Heer is , onder den naam van
t o g * Perfifche Ruëliia, een zodanige, die ook in Oosc-
H oofd- indie g ro e it, afgebeeld en befchreeven.
STUK.
vin. (8_) Ruëliia met tweevoudige byna ongejieelde
S S T " Bloemen.
Tweebloemigc.
De Groeiplaats van deeze, daar D i l l e n i u s
gewag van maakt, is in Karolina.
ix. (9) Ruëliia met eenigermaate gekartelde Lan-
KmitSia- cetvormig Eyronde Bladen , welke Eyron-
<%«• de Bladerige JteRelige üoojdjes heeft en
kruipende Stengen»
D e e z e , welke de Heer OsBECKop open
Heuvelen in China waarnam, is een laag Heeften
je , zegt b y , naar onze Haanekammen ge-
lykende, met een byna ronde Houtige Stam en
Bladen als gezegd is . aan de böveDzyde groen,
van onderen witachtig, aan den randeenigszins
Golfswyze geboogen o f gekruld en gefteeld,
overhoeks geplaatst. De Bloemen zyn in Kegelvormige
Hoofdjes vergaard aan den top der
Stengen , en hebben een dubbelen Kelk, die
kleverig is ; de onderfte tweebladig, van Lini-
aale op de kant gehaairde Blaadjes; de boven-
ite o f binnenfte vyfdeelig, ook met fmalle Slip-
" pËf' * pen*
( i ) Ruëliia Flor. geminis fuWësfilibns, S.uëll. minoreFolio,
Floribus gemellis. DltL- Eltb. 3 31-
(9) Ruè'Uia Fol. fubcrenatïs Lanceolato - ovatis &c. Os*.
ltin. 240. Adhatöda Luzanenfis Spica phn3. FXÏIV. Caz,
T, 73. f. 6. Bukm. Fl. Ini, j». 13