754 VlERMAGTIGE KRUIÓfeN.
IVr Volgens deeze befchryving kan hier het drie-
A*7r)EFL ° j °
xvi. 6 bladige kleine gladde Sinapistrum, met eenpaarfcn
H oofd- Blommetje en eene Vliezige Haatiw, dat de Hoog*
stuk. jeeraar j . B ü r m a n n u s , onder deCeylonfche
draaft*-' Planten, afgebeeld heeften befchreeven, geens-
*•' zins behooren. Het gene door den Ridder uit
S l o a n e hier betrokken wordt,is even ’tzelfde
als het aangehaalde op deVyfde Soort.’ t G etal
der Meeldraadjes maakt het myne,. van Java
onder den naam van Mamam ontvangen, dat in
Fig. 3» op Plaat L X . is afgebeeld; naderover-
eenkomftig. Hetzelve is over ’t geheel Lymerig
ruig. De Blaadjes en Haauwen z yn , gelykmen
in de Afbeelding ziet en de laatften wel degelyk
gefteeld. De Bloemen beftaan uit vier Blaadjes,
aan ’t end ftomp, in een Kelk van vier fpitfe
Blaadjes vervat. De Styl isSpilrond en geknopt,
omringd van de gezegde Meeldraadjes, gelyk
dit alles in de vergroote Bloem, by B , zigdui-
delyk openbaart.
(9; Hederik met zesmannige Bloemen, zeven*
ciet,me veudige Bladen en ongedoornde Stengen.
(’yi^antea•
tige.UsaC " T e Caijenne in Zuid.Amerika groeit deeze,
die een Reus is in dit Geflagt. Z y wordt door
den.Heer J a c q ü i n , van wien zy alleen is
afgebeeld, dus befchreeven. „ De regte, Hee*
, , Herige, overblyvende Steng , gaat binnen
„ twee
(s>) Cleome Flor, hexandris , Fol. leptenatis &c. Mans.
4)0. Jac<^ Obs. IV. p. Ij T. 7*.
T E T R A D Y N A M I A. 75 S
„ twee o f drie jaaren, in onze Winterhuizen, . .
„ e e ns Mans langte te b oven, en ikhebze, x^.
„ in ’t vierde ofvyfde Jaar , tw a a l f Voeten Hoofd--
,. hoogte zien bereiken. In weinige, door L id - * ^ *
„ tekens der afgevallene Bladen oneffene Tak- i
„ ken , breidt zy zig uit en is geheel Lymerig
,, ruig, Hinkende zeer. De gevingerde Bladen,
„ aan de jonge Takken, hebben altoos zeven,
, , .inwaards Lancetvormige , gefpitfte Blaadjes.
„ Aan ’ t end der Takken komen zeer yleTros-
„ feo, fomtyds een Voet en ook wel eens zo
„ lang. De Bloemen zyn lang gefteeld en van
„ d e mede - Soorten, my bekend, verfchillen-
„ de. Z y hebben groene, rimpelige,langwerpi-
„ ge ftompe Blaadjes , die van boven hol zyn
, en regtopfcaan, vormende als een eenbladige
Bloem, door hunne naauwe famenluiking, en
” zes Meeldraadjes , van gelyke langte. De
Haauwen zyn rond en dik, bevattende zwart-
„ achtig Zaad.”
De Vrugtmaakende deden zyn door L i n kje
u s dus voorgefteld. „ De Kelk uitgebreid
„ met Liniaale Slippen , Lymerig ruig : vier
,, langwerpige , opftygende , famenluikende
„ Bloemblaadjes: de Meeldraadjes langer,neer-
„ geboogen, gelyk, in den Stoel «geplant: de
„ Meelknopjes Elsvormig : het Vrugtbeginzel
, langwerpig , op een Voetje zo lang als de
„ Meeldraadjes : de Stempel niet blykbaar. ’t
„ Gewas is brandend heet van Smaak en heeft
„ een vergiftigen Reuk.”
B b b a ( io )
. II, IX, STUK,
m
m
tók
i p s