Wï ■
BP
fef]
pl
la
I P J
JÏ>P*
fed
in Hit
Ü
& l i
mm I I
p I l l
tv ■ £ 1
IV.
Afd eel
XIV.
H oofds
t u k .
In Kanada groeit deeze en in Siberie, zynde,
in ’ t jaar 1760 , een leevende Plant daar van
door den Heer D. de Gorter aan den Aka-
demie-Tuin te Upfal gezonden. De Steng is
een Voet ]an§ en gaffelswyze verdeeld, hebbende
aan ieder Mik twee Bladen, die diep in drieën
gefneeden zyn en met elkander de Stengom-
vatten. De Wortels kruipen langs den Grond
en geeven nieuwe Spruchtels uit. De Bloemen
zyn vyfbladig , wi t , van onderen paarfch: de
Zaaden , in de voorgaande met een Borreltje
voorzien , hebben hier een klein omgekromd
Puntje.
( lü ) Anemone met drievotidige Eyronde, onverdeelde
, Zaagtandige Bladen; de Steng
eenbloemig.
(19) Anemone met vijfvoudige Ovaale Zaag*
tandige Bladen; de Steng eenbloemig.
(2ó) Anemone met fpitfe Zaaden , ingefnee-
den Blaadjes en eenbloemige Stengetjes.
Dee-
XVIII.
Anemone
irifoiis.
Diieblatlige.
XIX.
Qumquefo'
lia.
Vyfbladige
XX. "Hemorofa.
Bofchixuaftende.
( i s ) Anemone Fol. ternatis ovatis integri* ferratis &c. H.
Upu H. Cliff. R. Lugdb. 488. DALIB. Par. 161. GoUAK
Mensp. z6z- Anemone trifolia Flore albo. J. B. Hiß. 111. p.
An. trifolia. Dod. Pempt. 436. Alabaftritcs f. Dentaria
alba. D. Brancionis. Lob. le. 2s i . •
(19) Anemone Fol. quinatis ovalibus ferratis Sec. Ranunculus
Nemorum , Fragari* folio Virginianus. Pl.UK. Mm. 310.
T . to5. f. 3.
(ao) Anemone Sem. acutis , Foliolis incifis, Caule uniflb-
ro. Mat. Med, 117s, G ou Am Monsp, zäz. KRAM. Auflr.
1SÛ.
m
A. mâ?î& I ■. > t .ici*:?
Deeze drie Soorten hebben een aanmerkelyke IV.
overeenkomst , niet alleen in de grootte en gé-
Halte > maar ook daar in , dat de Kransblaadjes Hoofde
öp lange Steelen om de Steng geplaatst zyn. De 5TUK‘
èerfte groeit in Vrankryk wild en wordt van Lo-
bel Alabajlrites genoemd , wegens dë witheid
der Bloempjes. Sommige Kruidkenners, zegt hy ,
noemdenze Klavet - Anemone. Hy hadtze in de
Nederlanden genoeg in den Hof van den Edelen
Heer BRanc ion gezien. De andere, die .
Loof als Aardbezie - Bladen heeft, groeit in
Virginieen Kanada volgëns Kalm. De laatfte,
die de Kransblaadjes ingefnëeden heeft, is in
dé Bosfchen van Europa alom gemeen ëri
wordt Bofch - Haanevoét geheten j in ’t Hoog-
duitfch Mertzenblumen; om dat zy vroeg in ’C
Voorjaar bloeit. Men Vindtze; in ónze Nederlanden,
in de Haarlemmer Hout, in ’t Haagfë
Bofch en elders, met enkelde witte Bloemen ,
doch omtrent de Vórftelyke Lustplaats het Loo ,
in Gelderland , komt z y , behalve met enkëldë
witte, ook met dubbeide witte Bloemen en met
paarfchachtige Bloemen, die grooter zyn, voor;
zo de Heer D. d è G o r t e r aantekent. Men
heeft ’e r , uitwendig; in de Geneeskunde^ eeni-
gë kragt aan töegefchreeven.
(2 1}
IJ6. d Al Tij. Par. ié t. Fl. Snee. 490, 4*5. ÖED. Ddn. 149.
Gqrt. Belg. 152. Anemone Nemoroft Fl. rnajote, C. ü. Pin.
*7ö. Ranunculus Phragmites albus vernus. Tournf. Injti
Anemone qiiinta. Dqd. Pempt. 43 j . Nemorofus Ranunculuï.
Lob. Ie, 073;
N 2