IV. je en Portugal. Deeze heeft Stengen van een
Handbreed of een Voet ho og , effen, zo wel
H oofd- als de Bladen , die broofch zyn en gevind,met
s tu k . langwerpige Zaagtandige Blaadjes. De Bloemen
yn lang gefteeld , geel en taamelyk groot.
E . Met Lancetvormige onverdeelde Bladen.
xxv. (25) Waterkers met Lancetvormige Zaagswys
5j S y T getande Stengbladen.
mum»
Dunhaau- j n jangte en dunte der Haauwen munt deeze
Wl8e‘ u it, die in Switzerland en Italië voorkomt op
ruuwe naakte Bergen. De Bladen zyn wederzyds
ruigachtig en zeer geaderd, de afgebloeide Meel-
knopjes V io l e t ; de Bladen Laurierachtig en uiterm
a te glad; de hoogte anderhalven Vo e t, zegt
G o u A N .
xxvi. (26) Waterkers met Liniaale effenrandige Bla-
' den> de Bloemfteeltjes Lymerig enjlekelig»
üfcniandige.
Deeze Siberifche heeft de Steng een Vinger
lang; de Endtrosfen zyn ruig en Lymerig; de
Bloemen vry groot en wit.
(27)
(2 j) Sifymbrium Fol. Lanceolatis dentato - fertatis Cauli-
nis. H . Cliff. ü f i. R. 3+1. Gouan Monsp. 3i 7.]ACQ;
Vmi. m . Dtaha lutea Slliquïs ftri&isfimis. C. B. Pt*, 110.
Acabis quibusdana. CAM* Epit. 3 *
(16) Sifymbrium Fol. Linearibus integerriins &c. Hespa-
iis Caule Ramolislimo, Fol. Linearibas, PedunduUs hüpi'
dis. Gmel.
(27) Waterkers met Zaagtandig Eyronde ge- IV.
jleelde effene Bladen , en eenigermaate A jEL*
kromme Haauwen. H oofds
tu k .
Deeze heeft ook maar een Stengetje van een xxvit.
half Voetlang, van onderenTakkig: fpitfeBla-
den; Trosfen van kleine witte Bloempjes en f^ ttndi*
ronde Haauwen.
Nog een Oostindifche fl clt de Heer N. L .
B u r m a n n u s voor , die de geftalte van de
Mofterd en by zyn Ed. daar van den bynaam
heeft. Behalve de Wilde Waterkers , die ook
aan de Kaap zou voorkomen , heeft zyn Ed.
van daar eene Lierbladige, zogenaamd, welke
de onderfte Bladen byna Lierachtig, de boveni
n infneedig gefhipperd, de Haauwen Liniaal
en ftompachtig heeft ( f ) . In Arabie vondt de -
Heer F o r s k a o h l een Vindeelige Waterkers
met gladde Haauwen (\-).
E r y s i m u m . Steen - Raket.
Dit Geflagt is kenbaar aan een Pylaarachtige ,
volmaakt vierhoekige Haauw, zegt de Ridder,
en het heeft den Kelk geflooten ; bevattende
zes Soorten.
CO
(27) Sifymbrium Fol. Lanceolato - ovatis fèrratis, petiola-
tis lacvibus &c. Burm. Fl. Ind. 14.0.
( f ) Sifymbrium Lyratum. Prodr. Flor. Cap. p. 17.
( 1) Sifymbiïum pinnatifidum. Flora Adgypt. Arab. p.
11S
II. Desi» IX. Stuk.