IV. Menieroode Bloemen, beiden in Switzerland eö
A™ f L* Duiifchland natuurlyk groeijende; waar van de
Hoofd- eerlte tot de voorgaande Soort behooren zou.
s t u k . j ) j e m e t kleine donker-roode Bloemen, van
beiden verfchillende, komt in Provence en Lan-
guedok, van z e lf, op de Koornlanden voort. Dat
zy maar ééne Bloem zou draagen aan ’t end der
Steng, en geene aan de zy-Takjes , gelyk L in-
Njeüs fchynt te willen ( * ) , heb ik in dit Bloem»
gewas niet waargenomen. Het tegendeel is ook
uit de Afbeelding van LoBELenDoDONf i u s ,
■ die zeer goed zyn , blykbaar. G a r i b e l l vondt
die met groote roode Bloemen , in Provence
eenmaal bloeijende,en beeldtzeaf ( f ) .
m. (3 ) Adonis met twaalfbladige Bloemen en eene
r f r tT s . Eironde Vrugt.
Voorjaatfe.
Sommigen hebben deeze Plant tot het Nieskruid
betrokken, en zwarte Helleborus met Bloemen
van Buphthalmum geheten. T o u r n e -
f o r t noemtze Ranonkel met Venkelbladen en
den
(*) planta un'flora Ram's fterilibus. Veg. XIII. p. 417. Het
zoude kunnen zyn, dat zyn Ed. daar mede bedoelde, dat
de Takken ceen Zaad draagen.
ffy Hifi. des Plant, p. 395. T. 82.
(3^ Adonis Flore dodecapetalo, Fru&u ovato. JACQ-Aujlr.
T. 44. GOUAN Monsp. 164. KRAM. Au (Ir. jss. Adonis Ra-
dice perenni. Fl. Suec, 496 , 492. H. Cliffi. 23r. R. Lugib.
488. Helleborus niger tenurfolius, Bupthalmi Flore. C. B. Pin,
186. Buphthalmum. Dod Pempt. 161. Helleborus Hippocra-
tis. Tab. Ie. 721. Babr. Ic. 1178. Helleborus niger Ferula-
eeus Theophrafli. LOB. Ie. 784.
P ó t V A N D R Ï A ; Rat
den Wortel van Nieskruid. Anderen geeven het j B y .
den naam van Helleborus van Hippocrdtes. Do- ^tv.
dok j e u s heeftze Buphthalmum getyteld, om Hoofd-’
dat de Bloemen als naar een Osfen- Oog gely- ^
ken zouden. Z y munten doorhaare geele Kleur y&r
en grootte fierlyk uit in H fyne groene Loof 5
weshalve dit ook een Tuin- en Bloemplant is,
natuurlyk voorkomende in verfcheiden deelen
van Europa, op lugtigeHeuvelen en hoogeLanden.
Zy groeit maar een Voet of anderhalf hoog
en heeft de Punten der Bladen eenigszins ftyf
en ftekelig. Veelen honden haaf voor het opreg-
te Zwarte Nieskruid der Ouden en de Wortels
worden, zo men verhaalt, in Opper • Saxen en in
Vrankryk, tot Purgeermiddelen gebruikt. .
(4) Adonis met vyftien Bloemblaadjes en èen e^f*r * *
Eyronde Vrugt. fchcliaan"'
Zo ik de woorden van M e n t z EL wel be-
gryp , dan behoort die fraaije Soort, met de
Bloem als een Tulpje door hem afgebeeld, niet
tot de Apennynfche Bergen in Italië, alwaarhy
de voorgaande Soort wild groeijende hadtgevon»
den, maar tot het Brandenburgfche, daar deeze
, met Knoopige Stengen, door hem was waargenomen.
De Ridder ondertusfchen z e g t , dat
deeze, weinig van de voorgaande verfchillende,
in Siberie en op de Apennynen haare Groeiplaats.
heeft.
(4) A d o n i s Flor. pentdecapetalis, Ftuftu ovato. Hellebo-
jus niger Ferulaceus, Caule geniculato &c, Mentz, P v g - T
3 . 1 ?•
U» DSSL. IX. Sxus,