5*
IV. Dit Kruidje, in de Gebergten van Opper-
'Afdeel. Ooftenryk en voorts in die van Italië en Pro-
Hoofd* v ence groeijende, heeft Aairen, welke haar die
stok. van het Kruid, dat men Vosfenftaartjes noemt,
Biootgaa- gglyken. De Stengetjes zyn naauwlyks een Handbreed
hoog, cn het heeft aan den Wortel ronde,
dikke, Wollige Blaadjes.
digs.
IV.
Betonten
hirßita.
Ruige.
V.
fü r acted.
Gladde.
( 4) Betonie met de Aair van onderen gebla*
derd en de Helm der Bloemen geheel.
By Piltoja, in de Apennynfche Bergen, hadt
M e n t z e l deeze gevonden, hebbende de Bladen
als met Wolligheid bekleed en groote paar-
fche Bloemen. De Heer B A s s 1 heeft dezelve
nader onderzogt en van de voorgaande ver-
fchillende bevonden. De Aair is hier niet afgebroken.
(5) Betonie die een Aair heeft met gewelde
Kelken en Brandachtige Tanden; de Bladen
Lancetvormig, kaal.
In de Oofterfche Landen is de Groeiplaats
van deeze, die de Steng en Bladen byna glad
h e e f t , een groote Wollige Aair, met Draadachtige
Tandjes en geele Bloemen, wier Bovenlip
naauwlyks langer dan de Kelk is , de
De
cs folio Alopecurps quomndam. J. B. Hijf, III. p. 303.
Horminum Alp. lufeuns Betomes Spies Raj. Hifi. 547.
( 4) Betonica Spïca Bali foliofä &c. Bet. Fol. hirliiti#, Flor*
purputeis amplisfimis. Mentz. Pag.
( s ) Bitqnisa Spica Calycibus lanati», (cc.
de Onderlip driedeelig en de Meeldraadjes v a n ^ . ^
langte als de Bovenlip. xv.
0 H oofd-
S t a e h v s. Andoorn. STUK*
Gymno*
/permis.
De Bovenlip is gewelfd, de Onderlip aan de
zyden omgeboogen, met de middelfteSlipgroo-
ter en uitgerand: de Meeldraadjes, afgebloeid ,
buigen zig zydewaards in dit Geflagt, t welk
de volgende Soorten heeft.
( 1 ) Andoorn met zesbloemige Kransjes en Hart- St^ ^
vormige gejleelde Bladen* /yivatica.
Een zeer goede Afbeelding geeft T a b e r -
n j e m o n t , onder den naam van Bofch - Netel,
van dit Onkruid , ’t welk door geheel Europa
voorkomt in de Bosfchen. In Vriesland, Over-
ysfel en Gelderland, is het ook aan ruige Wallen
en Wegen gemeen. B a u h i n u s hadt het
Zeer groote Jlinkende Doove Netel der Bosfchen
getyteld, maar T o u r n e f o r t bragthetmet
reden tot de Galeopjis t’huis, als het echte Kruid
van
(1) Stachys Verticillis fexflotis, Follis Cord, petiolatis.
Syfi. Nat. XII. Gen. 719- P- 394- XIII. p. 447.G0BT.
Belg. Jfi9. KRAM. Auftr. 173. GOUAN Monsp. 23z. VI.
Stuc. 489. H. Cliff. 309. R. La gib. 317. HALL. Helv. 632.
Lamiutn maximum Sylvaticum foetidum. C. B. Pin. 131.
Galeopfis procetior foetida fpicata. T ournf. Infi. 185. Ga-
leopfis légitima, C lus. Hifi. II. p. 35* Urtica Heraclea. Tab.
U. S36.
Y 4
II. DEELt IX STUK.