•35»
IV. B a l l O T A. Balloté.
Afdeel. i
xv* Een Trompetachtige Kelk, die vyftandig Is
^■ oT.0 niet tien Streepen, en de Bovenlip van de Bloem
-Bkotzaa-gekarteld, holrond. Dit maakt de byzondere
<%• Kenmerken uit van het Geflagt deezesnaams,
waar ïn de v y f volgende Soorten begreepenzyn.
}< ( | ) Balloté met Hartvormige onverdeelde Zaag-
Baiiita tandige Bladen en gefpitjte Kelken.
Zwarte.
Dit meent men te zyn de Balloté der Ouden
, gemeenlyk Zwart Malrove of Stinkend An*
doorn genaamd, in ’t FranfchBalloté, in tEn-
gelfch Black Horehomd. Het Kruid groeit door
geheel Europa, op Steenige en Zand-.Gronden
, aan Haagen en Wegen, als ook in onze
Nederlanden. Het heeft een Steng van omtrent
een Elle hoog , met rond Hartvqrmige
Bladen, die wel zwartachtig of donker groen,
doch ook eenigermaate ruig zyn en getand, in
wier Oxelen Kransjes voortkomen met paarfch-
achtige Bloemen. De Stank onderfcheidt het
duidelyk van de Malrove. Men houdt het voor
dienftig tegen de Opltyging, en het Aftrekzei
is
(1 ) Ballota Fol. Cordatis indivifis Sérratis , Cal. acumi-
natis. Syft. Nat.XU. Gen. 720. p. 39S. XIII. p. 44**
GORT. Belg. 170. Kram. ^iuflr. 174. Hal l . Helv. 6+8.
GOOAN Monsp. 28S- GER. Prov. 265. FL Saec. 484. &c.
H. CHS- 31*. R. Lugdb. i is* Balloté f. Mamibiumnigrum.
l)OD. Tempt. 90. Lor. lc. sis, Manubiaörum Balloté, Ptas-
fiura fatidum. Tab. p. j+o.
is tegen 't Voeteuvei aangepreezen geweest. IV.'
A fd e e l«
(2 ) Balloté met Hartvormige onverdeelde Zaag-
tandige Bladen 'en byna geknotte Kelken, stuk.
u.
Zeldzaam komt dit Kruid met witte Bloemen Baiieta
voor, hoewel het dus in Sweeden, in Vrank- witte,
rykj en volgens B o e rha a v e ook alhier, is
waargenomen. Zulks zou maar eene Verfchei-
denheid zyn, indien niet de Kelken ook ver-
fchilden.
(3; Balloté met Palmswys’ verdeelde getande in.
Bladen en eene gewolde Steng, Gewo/de.
In Siberie , naar den kant van China, groeit
deeze, welke de Bladen byna als die der Aal-
besfen,halfin drieën o f in vy ven verdeeld heefc,
van boven glad en blygroen, van onderen met
eene Zilverkleurige Wolligheid. De Bloemen
zyn zeer groot, van binnen bleek geel, van buiten
wit en uitermaate Haairig, de bovenfte Lip
Lepelswyzeuitgehold, de onderfte Hartvormig,
aan de zyden twee uitgerande byhaDgzels o f
Oorlappen hebbende en met paarfche Streepen
getekend. De Kelk is een weinig ruig, De
Zaa*
r l B I
(%) Ballota Fol. Coid.acum. lerr, Calyc. fubtruncatls, FL Sute.
H. N. 530. Balloté Flore albo. Tournf. Ittjl. i s j. VAILL.
Par. 20. Balloté. Cam. Epit. s7z-
(3) Ballota Fol. palmatis, Ca,ule Lanato. Balloté Fol. Ge-
lanii Batrachioides. Amm. Ruth. 47. Phlomis Fol, multifidis,
Gmel. Sik III. p. 241. T.J4. z