IV. gemeenften is , groeiende in Italië ende Zuide-
- r - ]yke Seelen van Vrankryk aan de kanten der
Hoofd- Landeryëu. De Bladen zyn wederzyds groen,
s tu k . doch volwasfen byna kaal, zegt de Ridder.
xiR ( 1 2 J Ganferik met vyfvoudige Wigvormige,
Argentea. mgefneedene, van onderen Wollige Bid-
verd.erZl1' ^en ’ Steng opjiaande.
j urmtdia C * 3 ) Ganferik de Wortelbladen vyf- de
Middeiflag. Stengbladen drievoudige en eene byna opjiaande
zeer T akkige Steng♦
xiv. (14) Ganferik met zeven- en vyfvoudiseWür-
Ruig. vormige mgefneedene Haairige Bladen, en
eene opjiaande ruige Steng.
Van deeze drie is de eerfie in Europa vry
algemeen, komende zelfs in onze Nederlanden,
byzonderlyk in Vriesland , op veele plaatien
in.
f12) Potentilla Fol. quinatis Cuneifotmibus incifis &c. Po-
tcnc. Fol. digitalis &c. Fl. Suec. 417, 454. Fotent. Fol. digitalis
incifo - ferratis, Caule etefto. H. Clijf. 15,3. Qujn-
quefolium F0H0 Argenteo. C. B. Pin. 325. Pentaph. minus.
Cam. Epit. 740.
(13) Potentilla Fol. Radicalihus quinatis. Caulinis lermtis.
B. Mant. y6. Quinquefol. mont. luteum ere&um hirfutum. C.
Pin. 32J. Prodr. 139. RAJ. Eur. 213. HALL. Helv. 340.
(14) Potentilla Foi. feptenatis quinatisque Cuneifotmibus
incifis pilofis. Quinquef. mont. eredam hirfutum luteum.
M a g n . Monsp. 216. G ou A n Monsp, 2491. Quinquef.
ie^. minus ang. foliis Monspeliacum. R aj. uts.
in de Wouden, in Bosfchen, laage Druppelsen : 1V.'
,'Hey-Velden voor , zo M e r s e aantekent.
De 'andere , als een middelilag tusfchen deeze Hoofd-
en de Noorweegfe aangemerkt, groeit in Swit-S^ K*
herland,: de derde omftreeks Montpellier, a\snif ysy'
ook in Provence en de Pyreneen. Z y verfchilt
en munt uit, door de lange ruige Haairen, die
onder aan de Bladen en aan de Steng zyn.
( 15 ) Ganferik met zevenvoudige ongejieelde
Bladen , zittende op het verbreede Stop-stipuiaru.
. . Geftoppeltje.
pelde.
Deeze Siberifche heeft gen opftygende,
Draadachtige, gladde Steng, aan den top verdeeld
, met omvattende Stoppeltjes, die eenzaam
zyn en uitgerand. De fmalle Bladen, zeven
, agt of negen in getal, komen uit de ge-
dagte uitranding voort.
(16) Ganferik met de Wortelbladen vyfvoudig, xvi.
Wigvormig, Zaagswyze getand; de Steng-°Pff*^
bladen byna’ gepaard ; de Takken Draadachtig
dun en neerleggende.
" Potentilla Fol. feptenatis fesftlibus &c. Potent. Fol.
hovenis, StipulïsInfidehtibus. GutL. S&.'ïlT.p. 18J.T. 37-f-
(16) Potentilla 'Fol. Radicalibus quinatis Cuneifotmibus
ferratis &c. Am. Ac ad. IV. p. 274- Quinquef. minus iepens
Lanugtnofum luteum. C. B. Pin. 325. Quinquef. IV. flavo
flbre, fecunda Species. Clos. llijl. II. Jc. p. 106. Qulnque*
folio fimilis enneaphyllos hirluta. C. B. 32J* Prodr. 139»
HALL. Helv. 340. Kram, A»Jlr. 14S.