Dit is het Gemeehe Sentgroen of ïngroèn $
groeijende niet alleen , gelyk de Ridder z e g t ,
in de Zuidelyke, maar ook in de middelfte dee-
len van Europa» Het komt, in oüze Nederlanden
» veel voor op de Weidlanden en aan de
Wegen. Volgens den Heer H-a l l e r is het»
in Switzerland, met blaauwe Bloemen zeer gemeen
, met roodé niet zeldzaam en met witte
Bloemen komt het op de Bergen voor. Het heeft
een opftaande Steng van een half Voet * die
Bloefem draagt en deeze geeft zydelings Scheuten
uit, die op den Grond leggende wederom
Bloëmltengen fchieten» De Bladen zyn ovaal,
weinig ruig , met groofe kerven ingefneeden ,
o » laag langwerpiger , aan de Stengen byna rond ,
dikwils roodachtig met veel Pluis daar tusfchen,
maakende boven een digte Bloem -Aair, van agt>
en meerbloemige Kransjes* Hier op volgen vier
Zaadjes die in de Kelk vervat zyn*
Dit Kruid wordt van fommigen Bügula, Van
anderen Prunella geheten. KIen houdt het voor
de Confolida media der Ouden en onder dien naarn
is het in de Winkels, als een Geneesmiddel» bekend,
( s ) -Ajuga glabra Stolonibüs reptantifroï. Gort. Belg.
i * i . Teücrinm Fol. ohvetfe ovatis ctenatis &c. H. Cliff. 301.
R. Lugdb. 506. Gouan Monsp. 259. Kram. Aaftr. Sec. Cort-
fotMa media Pat. csemlea. c. 8* Pin, a*o. Don. Pcmu
13S' Lob. Ie. 4f j .
kend, wordende geteld onder de Kruiden, die IV. ^
men . wegens haare Wondheelende eigenfchap, Ap° y fL*
Confolida noemt. Het is bitter en eenigszins fa- Hoofd*
inent rekkende. L i n N'Aïos hadt zulks aan het *tuk.
Gymó*
Pieramidaale toegelchreeveö. /pemia.
T e o c r i ü m. Gamander.
Van dit uitgebreide Geflagt heeft de Bloem
geen eigentlyke boven - L ip , als zynde daar in
tweeën gedeeld en dus een Opening maakende,
die de Meeldraadjes als ’t ware doorgang, geeft
o f waar door zy zig aan ’t Oog vertoonen.
Plet bevat ,vyf - en dertig Soorten, alzo ’er ,
wegens de overeenkomst van de figuur der Bloemen,
de Veld- Cypres, het Waterbok, Gaman-
derlyn, Polïe en andere bekende Kruiden, t’huis
gebragt zyn; weshalve ik het den naam van Gamander
geef....,
( i j Gamander met veeldèelige Bladen en een- r.*
zaame Bloemen zydelings. Smplnulatum.
Deeze Soort, in de Levant en de Zuidelyke Kiokswy-;
deelen van het Napelfehe.op vogtige plaatfen, ze'
voortkomende .gelykt veel naar de Derde, maar
is glad van Loof, blyft over en heeft witachtige
Bloe-
( 1 ) Ttucriutu Fol. mülflMs &c. Syfl. Nat. XII. Gen. 706.
p. 387. Veg. XIII. p. 438. R. Lugdb. }q6. N. i i . Teucrima
Cal. campanulato. Boerh. Lugdb. ï. p. I81. £. Teucrium
fupinum petenne paluftre Apulum glabium Scc, T l t l., Pis,
153. T. 49. f. 1. Atu T w r . S i ,
u. B a s t . IX, STUK.
T