IV.
A fdeel.
xv.
H oofdstuk
»
Blootzaadige.
V.
DracocephalumAu
Jlriacum.
Ooftenlyks.
VI.
Ruift hia-
na.
Noordich.
Herige Stengetjes, met Bladen van Reuk als de
Lavendel en een zeer Kruiderigen Smaak. De
Aair beftaat uit kleine blaauwe Bloempjes, ter
langte en dikte van een Duim famengehoopt.
‘ De andere gelykt naar de Ruifchiana zeer,doch
verfchilt door de fchikking der Bloemen , als
ook dat de Bladen harder en breeder zyn, zegt
die Autheur.
(5) Draakskop met geaairde Bloemen, de Bladen
en Blikjes , Liniaal, verdeeld, gedoomd.
Cö) Draakskop met geaairde Bloemen, de Bladen,
en Blikjes Lancetvormig , onverdeeld ,
ongedoornd.
De groote Bo e r h a a v e hadt een Soort van
Planten, ter eere van den beroemden R uys ch
gedoopt, hebbende fmalle Bladen , dunner dan
die van Rosmaryn en zeer fraaije groote blaauwe
Bloemen, doorgaans by zesfen in KraDsjes
en aan den top Aairswyze vergaard. Deeze
groeit 3 by Weenen , op zeker Gebergte, met
Sten-
(s) Dracocephahm Flor. Spicatis &c. Hyslbpus Spicis inter*
mptis. H. Cüff. 364- Hysf. Auftriacus magno Flore. Heem.
Lugdb. 330. Ruifchiana hirfuta Foi. lacïniatis- Amm. Rutb.
jo. Charaaepitys coerulea Aaftriaca. C. B, Pin. zSo. Gha-
maep. Auftriaca. Clus. Pann. 632.
(6) Dracocephalum Flor. Spicatis &c. FL Suec. 2.N. J37.
GOUAN Mansp, 291. H. Ups. 165. Ruifchiana glabra Fol in-
tegtis. Amm. Rutb. 50. Ruifchiana Flore coeruleo magno.
Boerh. Lugdb. I. p. 17a. R. Lugdb. 323, Prunella Hysfbpi
folio viridi Sic. MOKtS. Hifi. III. S .1 1 . T. 5,. f.
Stengetjes van een Handbreed tot een Voet IV.
hoog. Een andere, door A mma n tot het zelf-
de Geflagt betrokken , die gladde onverdeelde Hoofd*
Bladen heeft , is door geheel Siberie gemeen.ST°R-
De Blaadjes , naar die van Hyfop gelykende
omringen de Steng , gelyk in de Gefternde of
Sterbladige Kruiden. Men vindtze ’er met witte
en met Vleefchkleurige Bloemen, met die
van dit Geflagt overeenkomftig. M o r i s o n
hadtze Bruinelle met Hyfopbladen genoemd ;
doch verwart dezelve met de Ooftenrykfe. In
Sweeden en Deenemarken heeft menze ook gevonden.
(7 ) Draakskop met byna geaairde Bloemen, VIr> ~
tweedeelige eenzydige Bloemfteeltjes enlang~
werpig Hartvormige gefpitfte kaale Bladen, Uricum.
Siberifch.
(8 ) Draakskop met geaairde Bloemen, Eyron- vin,
de infneedig gekartelde Bladen en Lancet-
vormige effenrandige Blikjes. Grootbloemig.
In Siberie , dat als het Gewest der Soorten
van dit Geflagt fchynt te zyn, komen ook deeze
beiden voor. G m e l i n beeldt de eene af,
die
( j ) Dracocephalum Flor. fubverticillatis &c. Nepeta Corym-
bis geminis &c. H. Ups. 161. Cataria montana Fol. Veroni»
ca: Pratenfis. Buxb. Cent. 111« p, 27. T. jo. f. i.Dracoceph.
Verricill. Pedunculo coinmun. elevatis fecundis. Gm e l . Bib.
III. p. 23 +• T. j i .
(g) Dracocephalum Flor. verricill. 8cc. Gmel, Sib. III. p»