IV, Z y zyn , zo wel als de Wilde, een Jaarlyks
A xiv?L‘ Zaay-Gewas , maar groeijen wel drie of vier
H oofd- Voeten hoog en praaien met fchoone Bloem-
*TÜK* Aairen van witte , roode , paarfche, blaauwe
gernenge]t]e Kleuren , *t welk dezelven tot
een voornaam Sieraad der Bloemhoven maakt:
inzonderheid de Dubbelde , wier Bloemen als
Roosjes zyn : want de Enkelde worden niet
geacht,
lm . (3) Ridderfpooren met eeribladige Honigbak-
Aclniti. jes , die van vooren viertandig zyn; eenkapplge.
S* zaame Zaadhuisjes en eenbloemige Takjes»
Deeze Soort, in de Levant groeijende ,
heeft het Gewas van Ridderfpooren , doch de
Bloem van Monnikskappen, De hoogte der
Steng is omtrent een Voet , zynde Takkig ,
met fyn verdeelde ruigachtige Bladen. De
Bloem is, behalve het uitwendige Gefpoorde,
met een inwendig Honigbakje voorzien, viertandig
, de Meeldraadjes omvattende , welke
zo lang als de vier Bloemblaadjes en paarfch-
achtig zyn ; het Vrugtbeginzel enkeld. Dit
heeft men in de Upfalfche Tuin waargenomen.
co
(3) Delphinium Ne£t. tnonoph. antice quadtidentaris, Caps.
iölitaiiis, Ramulis umfloris. Delphinium Orientale annuma
Flcie fingulari. TOURNE. Cer, 3°*
(4) Ridderfpooren met eenbladige Honigbak- IV.
je s , zesbladige Bloemen en yeeldeelige Bla-AFJfv®L*
den. H oofdstuk,
In Barbarie wordt gezegd de Groeiplaats te iy;
, A-i t> - j j Delphinium
zyn vän dcczc 5 die nssr dc Cjcwoone ixidcicr* ambi^num*
fpooren v e e lg e lyk t, doch gryzer is, hebbende
gemikte Takjes en blaauwe Bloemen, van buiten
groen. Dezelve verfchilt van de vootige
Soorten , door het getal der Zaadhuisjes, welk
drie i s , en van de volgende , doordien zy het
binnenfte Honigbakje eenbladig heeft.
Q fj Ridderfpooren met tweebladige Honigbak- v. _
je s , negenbladige Bloemen , en yeeldeelige
flompe Bladen► fcheheem"
Deeze Kleinbloemige Ridderfpooren groeijen
natuurlyk in Italië, op Sicilië, Maltha en in ’c
Beloofde Land, zo de Ridder aantekent. De
Steng is enkeld met Roedswyze geftrekte Takken
en Bladen als die van de gewoone Ridderfpooren.
De Bloem is blaauw.
(6)
(+) Delphinium Neft. monoph. Cotollis hexapetalit, Fol.
«nultipartitis. Delph. elatius fimpl. Flore. Clus. Hiß. II. p.
2CS. Confolida Regalis Flote minore. C. B. Pin. 142.
(s) Delphinium Ne&. diphyllis . &c. t l. Cliff. ai 3. Cpn-
lolida Regalis latifdlia, parvo Flöte. C. B. Pin. 142. Prodr.
74. T. MOHIS. Hiß. XII. p. 466. S. 12. T. 4, f. 3. ALL,
Hie. 200. TAUR. 71.