Afdeel»
xv.
HOOFD'
STUK.
iï.
Barleria
Solanifoiia-
Brèedbladige.
in.
Hyfirix.
Kweelende.
(2) Barleria met Oxel - Doornen en Lancetvor-
mige Bladen met kleine Tandjes.
Een Takkige gewriebte Steng, aan de Knoo-
pen gedoomd , met kleine blaauwe Bloempjes
ongefteeld, eenzaam in de Oxelen, heeft deeze
, die in Zuid-Amerika groeit. M i l l e r
heefc dezelve met geheel effenrandige Bladen.
(3) Barleria met gepaarde enkelde Oxel - Doornen
en effenrandige Lancetswys Eyronde
Bladen.
Van de volgende moest deeze, volgens de
Waarneetrting van den beroemden Hoogleeraar
1) . v a n R o y e n , afgezonderd worden, door
de Steng niet ftevig maar zwiepig, de Takken
byna vierhoekig, de Bladen wederzyds glad te
hebben, en in de Oxelen gepaarde enkelde on-
gefteelde horizontaaJe Doornen. De aangehaalde
, die R u m p h m s de Yzervarken - Struik
noemt , h e e ft, volgens denzelven, aan ieder
Knietje van vier , zes tot agt Doornen , en
wordt, 2 3
(2) Barleria Spinis Axillartbus , Fol. Lanceolatis denti-
culatis. Barleria aculeata Solani folio anguftioie. Plum- Gen.
3i. n . 43. f. 2. Bad. Spinis Axill. Fol. Lanceol. integeni-
inis, Flor. vcrticill. Scslïlibus. JMil l . Diïï. 3.
(3) Barleria Spinis Axill. geminis fimpbcibirs &c. Ly-
cium Ind. Spinis quaternis &c. Se b . M u s . I. p. 21. T. 13.
f . 1. Melampyro cognata Maderaspatana Spinis horrida. Pluk.
Alm. 243. T. 119. f. j. Hyftiix Frutex. RUMPH. Amb. VU.
p. 22. T. >3.
wordt, om dat menze, gelyk onze Kruisbezie* IV.
Boomen, zonder kwetzen naauwlyks aantallen
kan, dus geheten. Hoofdstuk.
(4.) Barleria met vier Voetangelige Oxel-Door- iv.
nen en effenrandige Lancetswys’ Eyronde
Bladen.
Ten opzigt van de Doornen fchynt de laatft-
gemelde meer overeenkomltig te zyn met deeze
Soort, welke thans daar van is afgezonderd.
Z y heeft de Stengen rond en ftevig, de Bladen
ruigachtig, zegt de Ridder.
(<0 Barleria met genaarde eenzaame Oxeldoor- v.
„ ,. D. j Buxifolia.
nen en rondachtige effenrandige Bladen. Paimbiadige.
Tot de beide Indien behoort deeze, zynde
een zeer Doornachtjg Heeftertje, met Palmbladen.
( 6) Barleria met langwerpige effenrandige Bla- Cr
den; twee Kelkblaadjes breeder en kanthaai* Gekamde’,
ris-, twee Liniaal f pits.
Dee-
(4) Barleria Spinis Axillaribus Pedatis quaternis &c. Bari.
Fol. integerritnis Spinis iateralibus. R. Lugdb. 291. Fl. Zeyl.
031. Prionitis. H. Cliff. 48C. Coletta-Veetla. Hort. Mal. IX.
p. 77. T. 41. Eukm. Fl. Ind. p. 135.
( i) Barleria Spinis Axill. oppofitis Iblitatiis &c. Barl. A-
iner. fpinofisfima fcutescens, Buxi folio parro. Amm. Herb.
204. Catalchulli. Hort. Mal. II. p» 9t. T. 47«
(6) Barleria Fol. oblongis integerritnis &c. Osb. hin. 223.
T. 8. JMelampyro cognata Maderaspatenlls &c. MORIS. Hiß.
III.p. 425. S. t l . T. 23. f. 7*
O O 4
IS. Dsst,. IX. Stuk.