IV.
Afd e e l ,
Xiv.
H oofdstu
k .
Eenviy■
vil?.
XXX.
Ci/ius
Squamatus
Gefchubd.
XXXI.
Lippi i,
Eenzydig.
aan den oirfprcng, doch de helft korter dan de
Bladen ( f) . De andere, door den Heer J a c -
Qu i n , zo hy verhaalt,uit Zaad geteeld > hadt
by ieder Blaadje maar één Stoppeltje, en ver-
fchjlde voor ’ t overige grootelyks van het Cey-
lonfche Plantje, onder den naam van Cyti-Cis-
tus door den Heer J. B u rm a n nus afgebseld.
E. Gekoppelde laag. Heekerige.
(30) Veldroosje laag;-Heeft, gefiopp. de Bladen
met rondachtige Schubben bedekt hebbende.
In Spanje groeit deeze, die een Heekertje
is met opkaande Takken van onderen vierhoe*
k ig ; de Bladen Lancetvormig ovaal, dikachtig ,
gekeeld, gepaard o f drie by elkander:- zeer
kleine Stoppeltjes en roede getropte Bloemkeel-
tjes. Volgens de Afbeelding van B a r r e l
i e k . gelykt deeze veel meer naar het zoeven
gemelde Ceylonfche, dat de onderke Bladen
getropt, de bovenken gepaard heeft.
(31) Veldroosje laag- Heeji, gejlopp. opjlaande
y
(t) Daar van zal het WügMadig Veldroosje, dat ze oolc
fchynt te hebban, den Spaanfchen naam bekomen.
(30) Ciftus Sufft. Stip. Fol. obteiftis Squamis orbiculatis.
Ciftus humilis Flor. compaótis in Veiticillos, minotis Hali-J
mi foliis. Bare. U. 317. Bocc. Mas. II. p. 76. T . 64.
Loefl. lt. 67.
(31) Ciftus Suffr. Stip eteftus, Fol. alternis oppoiltisque
Lanceolatis icabris, Spiets fectuidis. Mant.
p O L t A N D R I A. 133
de, met overhoekfe en gepaarde Lancetvor- IV.
mige ruuwe Bladen , de Aairen over ééne AfxjvEL'
zyde. Hoofdstuk.
In Egypte is ook de Groeiplaats van deeze, M»a>Sy.
aan de gezegde Kenmerken onderfcheidelyk. Kia'
Zy heeft doorgaans maar tien Meeldraadjes,
gelyk de andere , onder den naam van Egyp-
tifche zo even voorgefteld.
(32) 'Veldroosje laag* Heeji. gejlopp. leggend;
met langwerpig Eyronde eenigermaate m-mus.
Haairige Bladen en Lancetvormige Bloem-
blaadjes.
In ’t Graaffchap Surrey van Engeland, by
Croydon , groeit deeze S o o rt, die door den
Heer D i l l e n i u s is in Plaat gebragt.
C33) Veldroosje laag - Heeji gejlopp met de xxxm.
onderfie Bladen Cirkelrond , de bovenjlen?/™1“'
Eyrond. Penning-
^ladiæ*
(34) Veldroosje laag - Heeji. gejlopp. met lang- XX!CIV
werpige Bladen en effene Kelken. SerpiUi/»-
s ( 35) Quendel-
( it ) Ciftus Suffr. Stip. procumbens, Fob ovato - oblongis L‘iad‘g'
&c. Huns. Ans;!. 205. Helianth. vuig. Fetalis Flor. petangus-
tis. Dill. Eltb. 177. t . h j . f. 174.
(3 3) Ciftus Suffr. Stip. Fol. infer, orbicularis, fup. ovatis.
Ciftus humilis f. Chamæciftus Nummulariæ folio.' Gouav
Monsp. zS6. Hel. ad Nummulatiam accedens. I. B. Hifi ir
p. 20. J ‘
(34) Ciftus Suff. ftip. Fol. oblongis dcc. GouAN Monsp.
I S
2 $6.