048 V e e l m a n n i g e K r u i d e n .
Afdeel; ^ Ranonkel met vlottende Stengen ; de Blo*
xiv. den onder Water Haarig verdeeld, en op
H oofd- hetzelve Schildvormig.
stuk. °
XXXVIII. -r- J
Ranunca- Vap deeze twee Watcr - Ranonkelen is de
lui jqua eerfte, met Kijfachtige Bladen, in Europa gantfeh
\hmende. niet gemeen. In Engeland, evenwel, groeit zy
overvloedig en komt ook , in onze Provincie,
aan den Duinkant, by Haarlem voor. Deeze
Rrekt haare Ranken zo wel langs den Grond als
langs de Oppervlakte der Wateren uit. De
Bloemen zyn niet geel , maar wit met geele
Meeldraadjes (*) , zö M o r i s o n aanmerkt.
Z y heeft; de Bladeq heet en fcherp van Smaak.
De
gokt. Belg; i S3. Da u b . , ? ^ , rfl7. H. Clif. zSX.K . Lugctb.
492. Ran. Aq. Hederaceus luteus. C. B. Pin. igo. Mor. ff.
S. 4. T. 29 f. 29.
( 38) Ranunculus Caul. natantibus, Fol. fubmer/ïs Cmill,-
ceis, emerfis peltatis. Gort. Belg. kram. Auftr. 162.
HALL. Helv. 318. Gouan Monsp. z67. Ger, Provt. jg j-
Fl. Suec. 11. N. 509. Fl. Lapp. 0 ^ R. Lugd^ 492. R, n.
Aquac. Fol. rotundo & Capillaceo. C. B. Pin. f80. BAKR.
Jc- 3ój. Ran. Aquatilis. DOD. Pempt. S87. Ran. Aq. Hepa-
tica: facie. Lqb. lc. u , 3S. £ Ranunc. Fol. omnibus Capil-
laceis. H. Ciiff. h a l l . &c. Pluk. A!m. 3„ . T . fi
ar. Ran. Aq. Capillaceus. C. B. Pin. 180. Ran, t.ichophy'llos
&c. Col. Ecphr I.p. 3i j, T, 3IS. Millcfol. Marathnphyllon.
lo s . lc. 791- ê. Ran. albus fluitans Peucedani foliis. herm.
Lugdi. 492. Millefol. Aq. Fol. Fceniculi, Ran. Flore* Ca-
pitulo. C, £. Pin t+T. BARK. lc. 356.
(*J Somtyds komen ’« maar vyf Meeldraadjes in voor.
?egt Linnasus , in H. CH£,
P O L Y A N D R I A. 049
De andere komt met aanmerkelyke Verfchei- IV; ^
denheden door geheel Europa, alleenlyk in en
onder Water, voor. Men vindtze met Bladen Hoofdop
het Water leggende , die Schildvormig; d a t™ - |
is met het Steeltje in ’ t midden ingeplant en drie-„ifl.
kwabbig zyn , doch met de Kwabben wederom
verdeeld , altoos breed en glanzig. Hier van
geeven L obel en D odonieös ( f ) een taa-
melyk goede Afbeelding, doch zo voortreffelyk
niet als die van B a r r e l i e r , door wien ook
een Water - Ranonkel, met enkel Venkelbladen ,
jn Plaat vertoond is. Van de zodanigen komen
Verfcheidenheden voor , naar dat gedagte Bladen
van omtrek volkomen rond, of ongeregeld,
o f langwerpig zyn. Deeze laatfte, welke ook
W a t e r -Duizendblad met Venkelbladen genoemd
is heeft de Bloem grooter dan de anderen, een
Duim breed, zo de Heer H a l l e r ze g t, die
het denkbeeld van den geleerden L d dwi g i u s
niet onwaarfchynlyk keurt, dat naamelyk alle
de gedagte vier flegts veranderingen mogten zyn
van eene zelfde Plant. Ondertusfchen komen zy
in onze Nederlanden , gelyk in Switzerland en
elders op byzondere plaatfen, in Beeken, Sloopten,
Graften, Vyvers en andere Wateren, zo
binnenlands als aan den Duinkant voor en ver-
fleren derzelver Oppervlakte, met haare witte
geeldraadige Bloempjes, ongemeen.
Zon*
(O De gebrekkelyke aanhaaling van Dod. Pempt. 387 »
Sp. PUnt. Ed. 1 & II., is door Hall.Gort, en anderen gevolgd.
Q .S