. . r o c o Steen -Raket met de Haauwen tegen de
Afdfeu yffliV aangedrukt en rappig uitgehoekte
H oofd- Bladen. STUK.
i* Zeer gemeen is dit Onkruid aan alle Wegen ,
official?, op K le y , Aard- en Steenachtige Gronden, zo
w Gemeen. jn onze Nederlanden als door geheel Europa.
Het groeit zelfs fomtyds op Muurenen Daken.
D e Latynfche naam Irio wordt ’er van fommi-
gen aaDgegeveD , doch gemeenlyk noemt men
’ t Eryjimum , een Griekfch woord, dat van de
uitmuntende hoedanigheden, welken ’er de Ouden
aan toefchreeven, afgeleid wordt. Hierom
is het ook Hierobotane of Heilig Kruid genoemd
geweest. De Franfchen noemen ’t Velar of Tor-
telle: de Engelfchen Hedge • Muflard o f Haag-
Mofterd ; de Duitfchers Wegfenf : wy Steen-
Raket.
Niettegenftaande die benaamingen, is de Smaak
der Bladen zagt en eenigermaate Zoutig; doch
de Plant le v e r t, door Deftillatie, grootendeels
Loogachtige Stoffen uit, volgens G e o f f r o y (* ) .
Niettemin geeft het Sap een roode Kleur aan
blaauw Papier: tot bewys van eenige Zuurheid.
Het Kruid is , nu reeds twee Eeuwen, beroemd,
als
f i j Eryjimum Siliq. Spie*' appresfis &c. Syjt. Nat. XII.
Gen, 814. p. 44i. Veg. XIII. p. 499. Goet. Belg. 190. Fl.
Suee. J54, GotJAN Monsp> 327. 8èc. &c. R, Lugdb, 342.
Eryfimum vuigaie. C. B. Pm. 100. Irio f . EiyGmuin. Dod.
Tempt. 714.
(* j By deezen Autheur wordt de hoogte van dit Kraid op
meer dan twee Ellen gefield; doch dat is fou t: het groeit
zelden meer dan twee of drie Voeten boeg.
T e t r a d y n a m i a . 685
als een uitmuntend Middel tegen de heefchheid .
in de Keel, die uit Verkoudheid ontftaat, in- XVI.
zonderheid laftig aan Redenaars en Zangers , Hoofd-
kunnende gedroogd als Thee gebruikt worden?TUK*
met wat Honig, en dus is het ook tegen Borst- S” lu° *'
kwaaien, die uit vergaaring van Slym ontdaan,
niet onnut. De vermaarde Syroop van L o b e l ,
uit dit Kruid gemaakt ( * ) , heeft in Vrankryk
deswegen den naam van Syrop du Chantre. Vier
druppels daar van doet men , om ’ t Kwartier
Uurs, op de Tong, en laat dezelven zagtjes in
de Keel glippen. L o b e l verhaalt, dat hy daar
mede jonge Dogters genezen hadt, die tien Jaa-
ren lang geheel heefch waren geweest: gelyk
ook veele Zangers, die naauwlyks geluid konden
geeven ; hebbende hy het gebruik daar van geleerd
van zynen Meefter R o n d e l e t i u s .
Doch die Syroop wordt, behalve dit Kruid, uis
veele andere Borstmiddelen famengefteld ( f ) :
zo
f* ) Syrupus de Eryfimo Loielii.
(p) Het Vootfchrifc van Lobel is aldus.
JL Herb. Eryfimi recent. Man. v i.
* Rad. Helenii,
Tusfilag. fucculent.
Liquirit. ana Um. II.
Herb. Borrag.
Cichorei,
Rut* Murar. ana Man. 1 ß .
Flor. Rosmarin!.
Stoech. f. Beton, ana Man. ß .
Sem. Anifi. Erathm. VI.
Fasful. maj. fine gigart. Une. 11.
Consc. Cont. M. Coq. in Hord. Hydromellisana.q.I.
Ex Colat. Libr. u vel i n , cum f. q. Sachari fiat f. a.
Syrupus. .
II. Deel. IX. Stuk. V