Afdeel»
XVI.
Hoofd*
STOK.
Haauwdrängende.
XIV.
Cbeiran-
thus lace-
rus.
R a p p ig e .
XV.
*Tricuspi-
Aatus.
Diiepun
t i g e .
ne Kelken en Knoopige Haauwen, die ge-
Jpitst, Vraadachtig dm en glad zyn.
De Droevige , dus wegens de onaanzienlyke
Kleur en Reukeloosheid der Bloemen genaamd,
groeit in Spanje, Italië en Provence : de Drie-
kwabbige komt ook in SpaDje en volgens den
Ridder naby de Hiéres-Eilanden, aan de Kust van
Provence voor. Deeze heeft Takkige Stengetjes
van een Span hoog, met Lancetvormige ftom-
pe Bladen en paarfche Bloemen. De eerfte is
Heefterig: deeze een Jaarlykfe Plant.
(14) Violier met Lancetvormige rappig uitgehoekte
Bladen, gehaairde Kelken en Knoopige
drietandige Haauwen.
In Portugal is de Groeiplaats van deeze Soort,
die de Bladen fmal, de Bloemen uit den geelen
paarfchachtig ; by nagt ontluikende; zeer fterk
van Reuk en de Haauwen aan de tip byna drie-
tandig heeft»
(15) Violier met Lierachtige Bladen , de tippen
der Haauwen drietandig.
• (16) Vio-
( 1 4 ) Chciranthus F o l . L a n c e o la t is tu n c in a t i s , C a l y c ib u s
p i ló li s &c.
( i ? ) Chciranthus F o l . L y r a t i s , S iliq u is a p ic e t r id e n t a t is . H.
Cliff. as. R . Lugdh. 338- G r QN. Oriënt. 80. L e u c o iu m
m a r in u m . C a m . Hort. * 7 * T . »4« M O B IS . Hifi. p . 2 4 2 . S .
3. T. S. f. 13*
( 1 6 ) Violier met Wollige }flompe, eenigermaate
uitgehoekte Bladen, die aan de Takken Xvi.
geheel, de Haauwen gedoomd, Hoofd»
STUK+
Deeze komen aan de Zeekust, de eerfte by xyr.
j Chetran-
Tripoli in Syrië, de andere in Spanje en by de thus Sinua-
Hierifche Eilanden in Provence voor. Beiden *“ uitge.
zyn zy Wollig o f ruig van L o o f, inzonderheid hoekte*
de laatfte, die de Haauwen zeer lang en met
ftekelige Puntjes heeft. Deeze maakt het tweede
Jaar een Steng van twee o f drie Voeten hoogte
, zeer T a k k ïg , doch met weinig lievigheid.
De Bladen zyn in beiden uitgehoekt.
(17) Violier met ovaale famengedrukteHaauwen,
Liniaal Lancetvormige Bladen en eene E g y p t i -
Heefterige opgeregte Steng. fche*
Deeze Soort, in Egypte en Arabie groeijen-
de, heeft, volgens den Ridder, de Steng Heefterig
en Takkig, met Zilverachtig gryze Bladen,
die fpits en geheel effenrandig zyn : de
Kelk langwerpig, de Bloemblaadjes paarfchacht!'
g
(16) Chciranthus Fol. tomentofis obtufïs fubfinuatis 8cc.
Leucoium maritimum fïnuato folio. C. B. Pin. zoo. Leuc.
maritimum magnum latifolium. J. B. Hiß. II. p. zy$.
O 7) Chciranthus Siliquis ovalibus compresfis, Fol. Linea-
ri - Lanceolatis &c. Fatfetia ÜEgyptiaca. Tcrr. Farfetia. Ve*
net, 1765. Quarto, p, 1. T. i.Thlaspi Fruticofutn Raraofum ,
Leucoiji acutis folïis , Argemeum. Plok. Alm. 3Sj, Lima*
tia Fint. perennis incana. Tqurnf. It. I. T . sz.