IV. ken te zyn. Zy heeft drie Stempels en ftekelige
^ ^ '•Z a a d h u is je s , welke met drie, Klepjes opengaan.
H oofd- In de Woeftynen by Kairo in Egypte, kwam
s tu k . ^en f^eer F o r s k a o h l een Kruidje voor,
^Eenvjy- ^ j^y Twaalfmannig Schelkruid noemde, hebbende
van tien tot veertien Meeldraadjes, een
gekruiften Stempel, en een vierhoekig ftekelig
Zaadhuisje. Het Stengetje was maar ruim een
Handbreed hoog (*).
P a p a v e r . Maankop.
Een vierbladige Bloem en tweebladige Kelk
heeft dit Geflagt zo wel als ’t voorgaande; doch
het Zaadhuisje is Klootrondachtig, eenhokkig,
met open Gaatjes onder den blyvenden Stem«
pel voorzien.
Het bevat de negen volgende, meest Euro-
pifche Soorten, waar van de vier eerden fteke-.
lige, de anderen gladde Vrugten hebben.
i. ( i ) Maankop met Klootrondachtigeuitgegroef-
hyhtdnm. fidelige Zaadhuisjes en gebladerde veel*
Bafteid. Uoemige Stengen.
In
(*) Flor. jEglpt. Arah. p. ioo.
( i) Papaver Capfulis iubglobofis tor o fis hispidis &c. Syfl-
Nat. XU. Gen. 64s. p. 36o. Veg. XUI. p. 407. Goüan
Monsp. 152- OER. Prov. 372. Pap. Fol. fernato- pinnatifidis
&c. H. Cliff. 20 1. Pap. Caule ramofo’. H. Ups. 135. Arge-
mone Capitulo brevlore. C. B. Pin. 172, Arg. Cap. iurfutoro-
tundo. Mor. Hiß. II. p»278, S. 3. T. 14. f. 9. Juob. lc. 274.
P O L V A N D R. I A. PS
In de Zuidelyke deelen van Europa groeit IV*
deeze Soort, welke Baßerd genoemd wordt»
om dat zy met de voorgaande veel overeen- >Ioopd-
komst heeft, hoewel nogthans door de Zaad-'TÜK*
huisjes, die ronder en als een Meloen geribd„^’,^y‘
zyn , daar van verfchillende. T o u r n e f o r t
hadtze tot de Kollebloemen t’huis gebragt.
(2) Maankop met geknodfte ftekelige Zaad- ir.
huisjes en een gebladerde veelbloemigt
Steng. n«nd?min*
De Papavers met ftekelige Zaadhuisjes zyn
Argemone genoemd , als diende haar Sap tot
wegneeming van Oogvlakken, even gelyk dat
van ’t Schelkruid. Deeze heeft de Vrugten
veel langer en dus meer naar die van ’ t voorgaande
Geflagt gelykende. De Bladen hebben
driedeelige Vinblaadjes ; de Bloemfteelen zyn
ruuw: de Kelken en Zaadhuisjes Haairig. Z y
groeit op Zandvelden in Europa, als ook in
onze Nederlanden.
(3) Maankop met een ftekelig Zaadhuisje, een IIT
gen-Atpinum.
Alpifch.
(2) Papaver C pfulis Clavaeis hispidis &c. Pap. Fol. tem.
pinnatis, Ft. angulato. H. Cliff. 201. R. Lugdb. 419. GOOAN
Monsp. 2J2. Ger. Prov. 373. Flor. Suec. 429, 466. DALIB.
P»r. 151. Gron. Oriënt, i j *. Argemone Capimlo longiore.
C. B. Pin. 172. Lob. Ie. 276. Moris. uts, f. lo. GORT.
Belg. 14S.
( i ) Papaver C.ipfula hispida, Scapo unifloro, nudo &c.
Pap. petenne Pilis rigidisfimis, HALL. Helv, 304, Pap. Alpinum