IV.
A fdeel,
xv.
H oofd -
STUK.
Scbuilzaadige.
VIT.
Barleria
coccinea*
Hoogroode.
Deeze valt in Oostindie, zo welby Madrasf
aan de Kust van Koromandel, als in China,
daar O s b e c k het een Heefterbevondttezyn,
van meer dan drie Ellen hoogte, doch niettemin
zo zwak van Stam, dat z y , zonder Beun,
zig niet overend kan houden. De Bloemen ,
zegt h y , die blaauw zyn , vallen ligt a f : de
Bloempyp is geboogen en aan derzelver onderfte
deel zitten de Meeldraadjes vast, waar van, behalve
een onvrugtbaar, twee zeer kort en twee
zo lang als de Stamper zyn. De bovenfte Lip
is breed en ovaal, de onderfce vierdeelig met
lange fcherpe punten. Twee Kelkblaadjes hebben
eene Kamachtige gedaante en zyn eeniger-
maate gedoomd, de twee anderen Liniaal,fpits
en effenrandig. Hec Zaadhuisje is lang en puntig
, met twee holle Kleppen en Veerkragtig,
bevattende in ieder Hokje twee. platachtige
Zaaden.
(7 ) Barleria die on gedoomd is , met Ey ronde,
fyn getande, gejleelde Bladen.
Men vindt deeze , in Zuid - Amerika groei-
jende, by P l u m 1 er afgebeeld. Z y heeft een
gewrichte, Takkige Steng en Kranswys vergaarde
hoogroode Bloemen , met de Bovenlip
uitgerand, de Onderlip in drieën gedeeld.
De
(O Barleria inermis, Fol. ovatis denticularis petiolatis.
Barleria Solani folio , flore coccineo. Plum. Gen. 31. Ic.
4}. f. 1.
De Geflagten van Duranta, Oviéda, Vilka- IV.
meria, Clerodendrum en Vitex o f Kuifchboom
zyn onder de Heefters befchreeven. Van het Hoofd-’
laatfle heeft de Heer T h u n b e r g een 'nieu-STUK*
we Soort , die rondbladig i s , en waar van
een fraaijen Tak bezit, in Japan waargenomen.
De Bontia en Avicennia behooren tot de Boomen
en zyn daar voorgefteld. Des volgt hier het Ge»
flagt van
COLUMNEA.
Dus naar den vermaarden Kruidkenner Co»
L u M N A gedoopt; waar van de Kenmerken een
vyfdeelige Kelk zyn, met de Bovenlip der Bloem
gewelfd en onverdeeld ,aan den Voet gebocheld;
de Meelknopjes tot een Kransje famen verbonden
: het Zaadhuisje tweehokkig.
Twee Soorten komen *er thans in voor, naa-
melyk
( i ) Columnea met zeer ruige Bloemen. 1.
Columnea
In de Bosfchen van ’t Eiland Martenique, a l s ^ ^ - ^
ook op Jamaika en elders in de Westindiën ,de.
groeit
(1) Columnea Corollis hirlurisGmis. Sy/l. Nat. XII. Gen.
791. p. 417. Veg. XIII. p. 484. Col. fcandens phceniceo
Flore, Fruftu albo. PjlujM. Gen. a8. Ie. 89. f. 1- Achime-
nes major Herbacea hirfuta , oblique aifurgens. Brown Jam.
ï 7o. Rapunculus Fruticofus &c. Sloan. Jam. $%. Hiß, I.
p. i s 7. T. ïco. f. i* ß. Columnea fcandens El* lutescente
Fruftu albo. Plum. Gen. z%.
Q o 5
H. DESK. IX, STUK)