IV. Deeze beiden verfchillen door de Takkig-
Afdeel. jjgjcj (jer Stengen van de voorgaanden. De eene
Hoofd- komt op drooge plaatfen door byna geheel Eu.
stuk. ropa v o o r , en in dé Duinen van ons Land
oDder de Helm , als ook by Heemftede. Zy
is geelachtig, met kleiner Bloemen, die paar-
fche Blikjes hebben; volgens G oüan, Men
vindtze met blaauwe of paarfche, en ook met
witachtige Bloemen. De andere heeft de Heer
C lavton in Virginie eens op den Wortel van
een Taxis gevonden. Z y groeit ’er op de Wortels
van veelerley Geboomte. Haar Steng is
Houtig en over ’t geheel met kleine Blommetjes
yl begroeid, driemaal zo lang als de Kelk,die
viertandig zyn en vierhoekig, en dus egaal van
rand, niet Smoelachtig , doch niettemin vier
Meeldraadjes hebbende en in Vrugtmaaking met
de anderen overeenkomftig.
vit. ( f ) Leeuwftaart met dé Steng eenbioemig zen-
dtr Blikjes.
Eenbloetnig.
Ju Virginie, o f eigentlyk in Maryland, was
ook de Groeiplaats van deeze Soort, die kleine
Goudkleurige Gentianel door P l u k e n e t
getyteld wordt. Z y heeft een geheel naakt
Stengetje , op welks top een enkel Klokvor-
j mig
(7) Orabancht Caule unifloro, Calyce nudo. Gron. Virg,
96. Dentatiae f, Anblato Cordi affinis. Fl. Virg. 70, Gentia-
nella minor Aurea &c. Pluk. Mantt *j», T. 348* f. J. Ar
phyllon. Mjtgh, Gen. is*
mig geboogen Bloempje voortkomt uit een vyf- IV.’
tandigen Kelk, zynde dit geheele Plantje geel-AF^ EL*
achtig, volgens dien Autheur. Dat gene, welk Hoofd-
men in Virginie heeft waargenomen, hadt eenSTUK*
Scheede om het Stengetje en eene bleek blaau-^^Sjf
we Bloem in twee Lippen gefneeden, waar van
de boven ft e twee-,de onderfte driedeelig. M ir -
c h e l iu s maakt hier van , onder de benaaming
Jphyllon, een nieuw Geflagt.
f8 ) Leeuwftaart met de Steng eenbioemig, de vïm
Bloem als in een Scheede. %°g^t!a.
Ooftin-
In Zandige Grond,op de Kust van Malabar,difch*
groeit deeze Oostindifche Soort, met kruipende
Wortelen, daar veele gedachtige , byna door-
fchynende Stengetjes uit voortkomen , die geheel
Bladerloos z y n , met een tweebladige gantfch
onregelmaatige Bloem , die tusfchen haare L ip pen,
als ’c ware, een Klok üitgeeft.
By Kairo vondt de Heer F o r s k a o H l een
Leeuwftaart met eene Gekartelde Bloem $ doch
in Arabie, by de Stad Mór , 'kwam hem eene
Soort voor, die hy Verw- Leeuwftaart noemt.
Deeze hadt een Sappige Steng, Spiraalswyze
bezet met Bloemen v geel van Kleur, ieder be-
fchut door een Blikje. De Kelk was dubbeld,
een
( 3) Orobanche Caule unifloro, Flore fubfpathaceo. TEgine-
tia. Sp. PI. I. p» 63a. Tsjem - Cutnulu. Hort. Mal. XI. p,
S7. T. 47. Apbyllos Indica , Fl. dipetalo difformi ötc. IUj.
llifl. III. p. 404. BURM. Fl. Ini. p. 133«
Nn
II. dehu ix, stuk.