Ï9Ü V E è l m a Nn ï g ê K r ü i d e i ï .
IV. (13) Anemone met een naakten Bloemfteel en
A xivEL’ rondachtige ruige fiompe Zaaden.,
stuk.D De Bloem van deeze Wilde Anemonen , die
XIII. in Duitfchland als ook in Sweeden voorkomen,
ffZJrU. is wi t, en zy bbeijen byna ’t geheele Jaar,vol-
witóe. gens ^ B a uhi i sOs. De Bloemftengen z yn ,
volgens C L o s i ü s een Handbreed o f een Voet
hoog , ruig, als de Bladen, welke naar die der
Veld-Ranonkelen gelyken. Volgens C. Bauhinus
zou de Bloemfteng niet geheel naakt zyn, hebbende
twee Kransblaadjes. De Bloemblaadjes
zyn byna rond»
xiv.' £14) Anemone met zeer lange overhoekfe Bloem-*
£ 3? fteelen, Rolronde Vrugten en ruige fiompe
fche- Zaaden.
Dèêze Virginifche is zonderling, doordieü
zy als *t ware een Takkige Steng he e ft;
want uit derzelver bovenfte gedeelte, dat meü
drievoudige Bladen gekroond is , komen zeer
. lan*
7 f 1 3 ) Jtr.mtM P e d u n e u lo n u d o , S em in ib u s & c . A n . S em in ,
hiifutis. It. O e i . 112. F l . S u e c . 449, 484. KRAM. A u f t . ij,*'
An. Sem. Setä pluraofä terminatis. H . C l i f f . 224. R. L u g d b .
224. Anemone fylv. alba major & minot. C. B. Pin. 176.
Prodr. 93. Anemone fylv. priiiia. Clus. H i ß . Anemonequarts.
I>od. Pompt. 434. tOB. U. 2*0.
(14) Anemone Peiunc. alternis longisfimis &c. Anemone
Caule Ramofo , retails lanceolatis- R. L u g d b . 488. Grow.
Virg. 16$ y *4- Anem. Vitg. tettiae firailis, Flore paivo.
Herm. L u g d b . 64j . Parad, is . T. 1*.
B ó t Y A i » ö i i i A . t$i3
ï'ange Bloemfleelen voort, met kleine Bloempjes,
groenachtig van Kleur» .A
fdêeLi
r N xiv.
( i 5j Anemone met de Steng eenbloerhig, de Hoofd-
Bloem tienbladig en drievoudige gekwabdeSTUK*
Wortelbladen, * v- Anemonè
decapeta6
Naar de Virginifche geiykc deeze , die u,'t ^ ienbl
Brafil afkomftig i s , z e e r , doch valt kleiner, digeT *
hebbende de Steng maar een half Voet hoog,
en kleine witte Bloempjes.
(ld ) Anemone met een gegaffelde Steng, on- xvi.
gefieelde omvattende Bladen; de onderfien
drievoudig , driedeelig, ingefneeden. vanifchel*
Deeze,in Penfylvanie groeijende, gelyktnaar
de volgende zeer , doch verfchilt in êenige op-
zigten»
(17) Anemone met een gegaffelde Steng , de *yn-
Dl j n o * Zjicbotomdï
maden ongejteeld , allen gepaard, omvat- Gegaffelde»
tende, driedeelig, ingefneeden*
In
f t f ) Anegane Ciale uniflotOj Flote decapetaio, Fol. ter-
hatis lobatis Radicalibus. Mant. 79. Anemone Fol. ternatis
Sec. Ard. Sp. 2. p. 27. T. 12.
(16) Anemone Caule dichotomo, Fol. fesfilibus &c. Anem»
Canadenfis. Syst. Llat. XII. Tom. III. App. p, 231. Anemone
Penfylvanica. Mant. 247.
(*7) Anemone Caule dichotomo, Fol. fesfilibus, omnibus
öppofitis &c. Am. Aead. I. p. ij s , Linn. Deo. II. p. 29,
T. is . Mant. 406»
N