IV.
A fd eel .
XXV.
Hoofd»
s tu k .
xxxv.
Çiftus Glu-
tinofus.*
Lymerig.
XXXVI.
"Tbymifo-
lius.
Thymbla?
dig-,
XXXVII,
Pi'.ofus.
haaitig,
( 35) Veldroosje laag-Heefi. gefiopp. met Li*
niaale gepaarde en overhoekfe Bladen; de
Bloemfieeltjes ruig en kleverig.
(36) Veldroosje laag-Heeß. gefiopp. leggen-
de, met ovaal - Liniaale gepaarde zeer korte
, Tropswys’ vergaarde Bladen.
(S?) Veldroosje laag - Heeft, gefiopp. hyna
regtopftaande; de Bladen Liniaal, van onderen
met twee Sleuven en grys; de Kelken
effen.
Deeze v y f Soorten zyn , zo door haare Byl
naamen , als door de Bepaalingen, genoegzaam
onderfcheiden. Z y vallen zeer klein en groeijen
in de Znidelyke deden van Europa, de tweede
ook op de Bergen van Qoftenryk, De derde
heeft
4j«* Kram. Auftr. 151, Chamaeciftus repeps S.erpiJKfolia lutea.
C, B. Fin. 466, Chair.sciflus fecundus. Clus, Hiß. 1,
P -73*
(35) Cißus SufFr. Sri'p. Fol. Lineaiibus oppofïtis&c. Gek.
Ftov. 394- Chamaciftus incanus Tiagorigani fgljo. Babr.
Rar. j u . T. 415, Hehamhemum Thymi folio incano. J. B.
Hiß. II. p. Ijl,
(36) Cißui Suffr. Stip, procmnbens, Fol, ovali-Linenribus
Igc. G ouan Monsp. -s7- Chamsciftus humilis Thymi folio
pliganthes. Bark. Ic. 444,
(V ) Cißus SulFr. Stip. ere£t. Fol. Linearibus &c* Gouan
Monsp. IJ7. Geb. Prov. 39?. Chamsciflus Fol. Thymi in>
CEnis. C. B. Pin. 4ó<S. ChamDtdft. quartus. Clus. Hiß. I. p,
74. ß . Ciftus Stipulis quaternis &c. y , Ciftus Fol, villofis
Xanceolatis &c. Hel. f. Cift. humilis Folio Sampfuchi, Ca-
pitulis yalde hitfiitis. J. B, Hift.ll. p, 20, Tournf, Inft.z45,
heeft geele, de laatfte witte Bloemen, volgens IV.
den Ridder. Hier onder komen aanmerkelyke A™ u
Verfcheidenheden voor en tot deeze Soort heeft Hoofd.
G é r a r d byna alle Berg - Cifti met kleineSTÜK*
witte Bloempjes t huis gebragt. gyma.
(38) Veldroosje laag - Heeft, gefiopp. mét Lan- r a m .
cetyormig Litiiucil€ ^ dtc yuti ofi(ÏCm wmofus.
ren Wollig zyn. Getr0M‘
Di t , in Spanje groeijende, heeft de geftalte
van Rosmaryn ; de Blaadjes zyn zeer final en
van onderen een weinig ruig , met Liniaale
Stoppeltjes. Het.draagt zeer lange end-Trosfen
van Bloemen , wier Kelken hoekig en effen
zyn , over ééhe zyde.
( 39) Veldroosje laag-Heefi. leggende ; met xxxix.
Lancetvormige Stoppeltjes , en la n gw e r -^ tht'
pige , omgefiagene , een weinig Hauirige iiyfopbii-
Bladen.
Deeze Soort, die men in Düitfchland gemeen
«
/jg) Ciftus Suffr. Stip. Fol. Lanceolato - Linearibus &c.
Mant. 76. Ciftus Lavendulæ folio ThyrfoideS. Bark. Ic.
z93.
(39) Ciftus Sufft. procumbens &c. GOUAN Monsp. 257-
GER. Prov. 39J. HALL. Hslv. 3S8. KRAM. Auftr. I j l .
TOURNE env. Par. 93* P I Snee. 433. R* hugdb. 476. N 9 ?
Chatnæciftus vulgatis Flore Iuteo. C. B. Pin. 465- Löes.
Prusf. 43. T. S. Flos Solis Paflax Chironium. Cam. Epst.
jo i . Flos Solis. Dod. Pempt. 193- Lob. Ic. 436. Heydenïfop
of kleynen Ciftus. DOD. Kruiib. z95. ^
1 4