IV.
Afdeel»
XV.
H oofd3
STOK.
Slootza*'
digt.'
V.
Sideritis
sssontana.
25$tgs,,
VI.
Romana.
Roomfch»
haakd , met de bovenfte Bladen de Steng
omvattende.
In de Levant en LaDguedok fchynt de Groei',
plaats te zyn van deeze Soort, die de onderüe
Bladen gefteeld, de bovenften ongefteeld heeft
en by de Bloemen fpits Hartvormig. De Afbeelding
is doqrden Leidfchen Hortulanus M e e r b
u r g uitgegeven (*}.
C5; Yzerkruid dat Kruidig, is, zonder Blikjes, j
de Kelken grooter dan de Bloem en gedoornd ;.
de boven •Lip driedeelig»
Van deeze Italiaanfche zyn de Bloempjesgeel
met een rosfen rand , en de Kransjes zesbloe-
xnig, zegt de Ridder. De hoogte is omtrent een
Vpet en de Geftalte byna als die d,er volgend^
Soort. Op Steenige plaatfen groeit het regt op3
doch in Velden vindt men ’t leggende.
( 6) Yzerkruid dat Kruidig isi% neezleggmde ,
zortf-
(*) Jlfb. van ztldz. Gewasfen. Tab. XXVII.
(5) Sideritis Herbacea ebra&eata &c. Cunila Cal. labio
fpinofo. H. Cltff. 313. Ups. 169. GowAN Monsp. 277. R,
Lugdb. 319. Sid. montana parvo varioque Flore. C. B. Piu.•
233. Sideritis montana parvo Flore. Col. Ecphr. I. p. i j s .
T , 19«.
(6) Sideritis Herbacea procurnben$ ebra&eata &c. Cunila
Cal. Laciniä fuperiore latiori ovstä trinervi. H. Cliff. 313. R.
Lugdb. 32t. Gcuan Monsp. 277. Sideritis genus Verticillïs
fpinofig. J. B. Hiß. f lf. p. 428. MORIS. Hiß, III. S* II. T»
zonder Blikres,met gedoornde Kelken en de IV»
T . 11 . Afdeel»
boven-Lip Lyrond. xv.
Hoofd-
In de Zuidelyke deden van Europa, op de stuk.
Velden, groeit dit Kruid, ’t welk ongefteelde^™.-
Eyronde - ruige Bladen heeft, aan de Punt Zaag-
tandig gedoomd en zesbloemige Kransjes; de
Kelken ruig, met de onder - Lip vier tandig; de
boven-Lip der Bloempjes kleiner, en Blaadjes
onder aan de Kransjes in plaats van Blikjes. De
Bloemen zyn wit van Kleur.
( 7 ) Yzerkruid dat Heefterig is en eenigermaa- &.VJIV
te Wollig; de Bladen Lancetvormig Lini- incana»
aal geheel effenrandig; de Bloemen en Blikt Giys*
jes getand.
In Spanje is de Groeiplaats van deeze, die
naar de Lavendel gelykt, hebbende een Heefte-
rige Steng, welke doorgaans voor een gedeelte
op den Grond le g t , en veele witte Wollige
Takjes uitgeeft, van een Voet hoog, yierhoe-
,^ig. De Bladen zyn ook Wollig en zeer fmal;
de Kransjes zesbloemig; de Bloemen geel.
( 8 ) Yzerkruid met Lancetvormige gladde ef-, vrn.
Hyfopbla-
(?) Sideritis Suftuticofo - tomentofa &e. Sid- Hi(panicaerec-_dig.
ta Folio anguftiore. T ourne. lnfl. I9t. Hyïfopus montana
verticiliata major. BARR. lc. 239. Bocc, Mus. II. p. 77. T.
67. f. 2.
(8j Sideritis Fol. Lanceolatis glabris iutegemmis &c. H.
y 5 ciiff.
II. Deel, ix. Stuk»
m m h