IV* ders dan blaauwnchtig Afchgraauw , en zoda-
'Afdeel. njg js dezelve 0ok in Rusland waargenomen,
Hoofd door den Heer de G ort er. Men behoeft
stuk. Cyenwel niet te twyfelen , of de Kleur der
B]oemen js geei in de Zuidelyke Landen: alzo
de Heer H a l l e r die in Switzerland enSco-
poli in Karniolie, alwaar het Kruid in hooge,
droo^e, Berg • Bósfchen gemeen is , aldus heb*
ben bevonden.
In Lapland moet dit Kruid zeer fors groèijen,
dewyl het Bladen heeft , die zig van den top
:des Bladfteels , -in ’ t ronde, een Span uirfprei*
den: naar ’t gene de Ridder aantekent, zynde
tot twee derden in Slippen verdeeld , van boven
donker-, van onderen glanzig groen.- Zyn
Ed. fpreekt van geene Haairigheid of ruigte dee-
zer Bladen , en hadt gezien , dat het Vrouwvolk
dezelven in de Pot fneed en ’er Moes van
kookte,’t welkzy zonder nadeel ater ;■ .elyk dit
Kruid ook van S c h a è f f e r Rendieren Kool
genoemd werdt: terwyl nogthans geen Beeften
’er dé Tanden in Boegen, ’t Schynt derhalve
geenszins die Geele Monnikskappen te kunnen
z y n , waar van L oef. l getuigt, dat z y van
de Jaagers voor de Vergiftigften gehouden en
daarom Wolfsdood geheten worden : ja dat dit
Kruid, op fommige plaatftn groeijende, zoveel
Venyn heeft, dat de Bloemen, gekaauwdzynde
, de Mond en Tong fchtoeijen, 'verwekkende
Duizeligheid of draaijinge in ’t Hoofd,1
Zou het, anders, die Vergiftigheid alleen hebben
P O L Y A N D n I A. i6 r
ben in de Zuidelyke Landen ? ’t Was in ’t IV.
vroege Voorjaar dat van het jonge L o o f, op Af®e£l ‘
die wyze , in Lapland tot Spyze gebruik ge- Hoofd-
maakt werdt. Het wordt ’er Jcharas en in‘ T^f*
Medelpad Geske geheten. - nia, ^
(2) Monnikskappen met de Slippen der Bla- ^
den Liniaal, aan ’t end breeder en door ’t Napeiius.
midden gejlreept.
De Getneene Blaauwe Monnikskappen , wier
Groeiplaats ook is in de Bergagtige Landen
van Europa, hebben het L oo f veel fyner verdeeld
$ de Bladen, ook Schildvormig , beftaan
uit drie Kwabben , welke tot aan den Steel toe
van een gefcheiden zyn , en verder diep inge-
fneeden. De Bloem -Aair is wel één o f anderhalf
Voet lang , famengefteld uit donkerblaau-
we Bloemen, wier Helm kort en wyd is , veel
gelykende naar de Yzeren Stormhoeden der
Oude Wapenrusting, ’ t Getal der Meeldraadjes
is , volgens den Heer H a l l e r , veertig
en dat der Haauwtjes o f Zaadhuisjes drie of
vyf.
Van de Vergiftigheid van dit Kruid , dat
zy-
(2.) Acor.itum Fol. Laciniis Linearlbus faperne latioribus
8cc. H. Cliff. R. Lugdh. 48 3. GOUAN Monsp. 2$9- GEK.
T tóV. 391. KRAM. Auftr. 133. Fl, Suec, 442. HALL. Ihlv.
312. Aconitum coeral. f. Napeiius. C. B. Fin. 183. Napeiius.
Dod. Pmpt. 441- Dod. Purg. 317. Napeiius verus coe-
ruleus. Lob • /«« 679-
L
II. DEEL. IX. STIK.