ar
4S T w INTIGMAn RIÓE ^RüIÖ E ï f .
IV. luiden tot verfnapering en de Geley o f W yn ,
'Afdeel, daar van in Nordland gemaakt, wordt als een
Hoofd- Gelchenk naar Stobholm gezonden, alwaar men-
stuk* ze houdt voor eene Lekkerny. In Tuinen aatt
het Gewas n ie t, blyvende aldaar onvrugtbaar.
Het zyn van de lekkerfte Besfen in Sweeden
doch hebben dit ongemak , dat zy niet van den
Stoel willen, a lzyn ze ryp. '
RZ cha. ( l4 ^ Braambo°s met enkelde gekwabde Bladen
m&morus. ongedoomde eenbloemige Stengen
Aalbesbla- °
^ ï 1^1^ -Plantje , dat byna yan de zelfde hoogte
i s , -groeit op Veenachtige Gronden, in deBos-
fchen van Sweeden, Deenemarken en Rusland
menigvuldig. Het heeft Bladen als die der Aal-
besfen, en de Vrugten, zo groot als Moerbei-
jen, eerst rood en door aanryping geel wordende
, zyn niet minder aangenaam Van Smaak als
de gedagte Laplandfche. Door die van Wes-
terbothnie wordt een groote menigte van deeze
Braamen, ingelegd , Jaarlyks in de Herfst naar
Stokholm gezonden , om tot Toefpyze te gebruiken.
De Laplanders eetenze, in Rendieren
Melk tot Pap gewreeven, mét veel Smaak
en bewaaren de Besfen een geheelen Winter * '
onder de Sneeuw op de Gebergten begraven *
haa-
( H ) R u l u t Pol. fimplicibus Iobafls &c. M a t . M e i 244.
F l . S a e c . 4 1 3 . F l . L a p p . 20S. T. f. p H . Cliff. 192. R.
L u Z d b . 279. ehaniKfubas foiiis Ribes. C. B. Pin. 4 gQ Mo*
rus Norvegia. Till. A U e n t . g , x, i |g 0eo. ' D a n .
M I*
haaiende die ’s Voorjaars, even fmaakelyk als IV.
toen zy geplukt werden , daar uit. Van fom-
migen zyn zy ongemeen tegen het BlaauwfchuitHooFD-
aangepreezen. Jt Is een tweehuizig Gewas, dochSTUK*
de Wortel van het Mannetje vereenigt zig met
dien van ’t Wyfje onder den Grond, om een
Eenhuïzige te maaken, zo de Heer S o l a n d
e r waargenomen heeft.
C*5) Braamboos met enkelde Hartvormige on- xv.
verdeelde gekartelde Bladen en ongeblader-^Lria:
de eenbloemige Steelen. viooibiadige.
f Deeze Kanadafche, te vooren Balibarda gè-
tyteld , heeft kruipende Wortelen en Bladen
als die der Violen , van boven dun befprengd
met Haairtjés, zo wel als de Stengetjes o f
Bloemlteelen , die de langte der Bladen hebben
en de Bloemen wit. Het draagt v y f Ëy-
ronde naakte Zaaden en is wegens de Geftal.
te hier t’huis gebragt.
' F r a g a r i a . Aardbezie-Krüid.
Dit Geflagt heeft een tiendeeligen Kelk met
v y f Bloemblaadjes en de Stoel der Zaaden is
Eyrönd Bezieachtig, afvalfende.
Het begrypt, in de eerde plaats, het zeer
bekende Kruid, welks Vrugten men Aardbeziën
noemt, als
(1 ) Aard-
(i j) R u h u s Fo!. fimplicibus Cordatis indivifis csenatis, Sca»
po aphyllo unifloio. Sy/l, H a t . V e g Sill.
D