^ Monnikskappen met vyfwyvige Bloemen %
xiv. de Slippen der Bladen halfdeelig-y aan 't
H oofd« end breeder.
stuk.
Deeze kleine blaauwe Monnikskappen hebben
v T iïg T haare Groeiplaats ook op de Bergen van Italië
om. en Boheme.
Bonte.
vi. (6) Monnikskappen met byna vyfwyvige Bloe-
rum. men; de Slippen der Bladen Wigvormig,
cetipte.v ingefneeden, fpits.
In de boven - Ooüenrykfe Landen groeit deeze
Soort, van welke drie Verfcheidenheden
waargenomen zyn door den vermaarden C l u-
s i u s , De eere, naar de gewoone Monniks*
kappen veel gelykende , op de Bergtoppen by
Saltzburg: de andere, wel drie Ellen hooggroei-
jende, op den Neuberg en de derde op den
Judenberg, den hoogften van geheel Stirie,zegt
. hy, daar men de Spiea Celtica inzamelt (*).
Dee-
( s ) Aconitum Flor. pentagynis , Fol. ladniis femipartitis
fuperne latioiibus. H. Cliff. 214. Ups. i j j . R. Lngdb. 432.
' Aconitum coenil. minus f. Napellus minor. C. B. Pin. ig3,
Acon. coerul. parvum. Dod. Tempt. 441. Dalech. Hi ft
1743* Lycoft. coerul. parvum facie Napelli. Lob. Ic. 47s.
(6) Aconitum Flor. fubpentagynis öcc. Acon. violaceum live
Napellus. 2. f>. Ac, purp. f. Nap. 3. Acon. ccer. pUrp.
Fl. msximo f. Nap. 4. C. B. Pi». Ï8J. Acol). lycoa> Jm[
ricum & Nenbergenfe. Clvs. llifl. fa. p. „ # 9Ö. Item
denbergenfe. Ibid. p. 97. Pann. p. 406-413.
(*) Zie bladz. 195 , in het voorg. Vil. Stuk. Het Land-
fchsp Stïrïe, anders Stiermark, genaamd, legt in ‘t Zuiderdee]
P o t - Y A N D R I A . IÓ9
Deeze heeft een dikke ronde Steng, van twee IV.
Ellen: de Bladen zyn zeer breed en groot, zo ^ ^ y 21*
wel als de Bloemen , die in deeze Kruiden Hoofd-
paarfchachtig Violet zyn van Kleur, hebbendeSTUK*
aan den Helm een uitfteekende Punt o f Tip , Tr,&ma'»
even als aan fommige Karpoets - Mutfen. ’t Getal
der Zaadhuisjes o f Haauwtjes is drie, vier
o f vyf. De gewoone blaauvve Monnikskappen
komen , volgens dien Autheur, op die Bergen
ook overvloedig voor, inzonderheid by de Mest-
hoopen der plaatfen, waar het V e e , in de drie
Zomer - Maanden , zyne Stallingen heeft.
(7 ) Monnikskappen met byna vyfwyvige Bloe- vrr.
men, veelkwabbige Bladen , en de Helm,
der Bloemen lang uitgefirekt. Haakige.,
Deeze , die in Penfylvanie g ro eit, hadt de
Bladen drie- o f vyfkwabbig, hoekig getand,
naakt; de Bloemen blaauw, en van een byzon-
dere figuur , zynde de Tip van den Helm haa-
kig en zeer lang. Alle deeze Kruiden bly ven over.
C i M i c i F U G A . Wantsdryver.
De Heer L i n k ^ üs maakt thans een by-
zonder Gefligt van dit Kruid, ’t welk zyn Ed.
bevoorens als een Soort van A 6t<ea, met den
bynaam van Wantsdryver, hadt voorgefleld. De
deel van Duitlchland , aan de* Gren?en van Ooftenryk en
-Hongarie.
(7) Aconitum Flor. fubpentagynis, Fol. multilobis, Coiol-
iamm Galei longius extenfi.
L 5
I I . D H L . IX. STUK#