A edeex,
'XIV.
H oofdstu
k »
v.
Adonis
Capenjii.
Kaaplthe»
heeft. Hy voegt ’er b y , dat dezelve den gant*
‘ fchen Zomer bloeit.
(5) Adonis met tienbladige Bloemen, platachtige
Vrugten, en dubbeld drievoudige Bladen
, de Blaadjes Hartvormig Zaagtandig.
De Afbeelding van den Heer B u r m a n -
n ü s , hier aangehaald , fchynt vry veel te ver-
fchillen van die, welke C o m m e l y n * in dé
befchryving der Planten van den Amfterdamfchen
Tuin,gegeven heeft van de Ethiopifche Ranonkel
met fty ve Bladen, welke de Bloemen uit den
geelen groenachtig heeft. De Bladen zyn harden
ruuw in ‘t aantasten en van eene brandende o f
fchroeijende hoedanigheid, gelyk het Loof van
fommige Ranonkelen , met welken inderdaad
deeze Plant, in ’ t uiterlyk aanzien , veel medf
overeenkomst heeft, dan met de andere Soorten
van dit Geflagt.
R a n u n c ü l u s . Ranonkel*
Dé Bloem, van dit uitgebreide Geflagt * heeft
een vyfbladigen Kelk en v y f Bloemblaadjes, dié
binnen de Nagels voorzien zyn met een Honig-
Voerend Gaatje* De Zaaden zyn , gelyk in ’t
voorige, tot Hoofdjes naakt famengeboopt* Het
($} Adonis Flor. decapetalis, Frudtibus depresfis &c. Ac-
m trifoliata hiïfuta &c. Burm. Afr. 174,. T. j l . Chrifto-
phoriana Afr. Ranunculoides. Boerh. Lugdb. 11. p, 62. Ranunculus
jïthiopicus , Fol. rigidis &c. Comm. Hort. I, p. 1.
Ti i . Imperatoria Ranunculoides Afr. enneaphyllos Scc. Pjtutt*
Ips. T. 9S* f» a*
Het ,bevat over de veertig Soorten, die on- IV.'
derfcbeiden worden, naar dat zy de Bladen enkeld
of ingefneeden en verdeeld hebben als volgt, Hoofdstuk,
A Met enkelde Bladen*
( 1) Ranonkel met Eyrond Lancetvormige ge-
Jleelde Bladen en eon hurkende Steng. Fiammaia.
Kleine.
(2) Ranonkel met Liniaale Bladen en kruipen* Ren’atlf
de Stengen* Kruipende.
(3) Ranonkel met Lancetvormige Bladen, de m.
Steng o verend fiaande. E g S ó .
Deeze, door het gezégde verfchillende, komen
in de Noordelyke , zo wel als in de Zuidelyke
deelen van Europa, op vogtige plaatfen voor.
De
tfi) Ranunculus Fol. ovato-Lancaolatis Scc. Syjl. Nat. XH.
Gen. 699- p. 378. Veg. XIII. p. 428. Gort. Belg. 154. FC.
Suee 4J8, 493* HALL. Helv. 322. GoUAN Monsp'. 264.. Ger.
Prov. 383. H- Cliff. 228. R. Lugdb. 489. Ranunc. longifolius
paluftris minor. C. B. Pin. 180. Flammula Ranunculus. Dod»
Pempt. 432. L ob. Ic. 670, /S, Ranunculus paluftris Fol. fei-
iatis. C. B. Pin. jso.
(aj Ranunculus Fol. Linearibus Caule repente. Fl. Lapp.
23 S. T. 3. f. $. Fl. Suec. 439, 4.95- Ran. Flammeus minimus
Sperguls folio. Boxb. Cent. $ App. Gort. lngr. 88. Ran.
répens Gram. folio. Amm, Rtt'.h. 80. T. 513. f. Oed. Dan.
T. 308.
( i ) Ranunculus Fol. Lanceol. Caule erefto. Gort. Belg.
154. Gouan Monsp. Scc. Sic. Ran. longifolius paluftris ma-
jor, C. B. Pin. 180.'Ran. Lanceolams major Tab. Ie. 48.
(&. Ranunc Flammeus latiori Plaat, folio, tnargiaibus pilo»
fis. Pluk. Aha. 312.
■I