IM a
r m
I f e j
l i i *
M M
K fl
* ;s 5 IS
I S lil i|||S |
!U|HBi l.»„|
l i
IV. Keukenfchelle, door haare ruigte g ry s , met eene
A f TITT F T •/
r x iv . groote Bloem, die bleek Violet is, heeft, vol -
H oofd- gens de Waarneemingen van den Heer S to k c k ,
s t u k . Keizetlyk L y f-A r ts te Weenen , geene Scherp-
j£‘elwy heid, maar de volgende Soort, Pratenfis, ge*
Vtge
bysaamd, meteen kleinere zwartachdge Bloem,
is ’er te meer mede begaafd. Deeze zalhetzyn,
die de Herders uitwendig gebruikten tot Genee-
zing der Vergiftige Beeten, aan het Veetoege-
bragt ; weshalve zy Bitzwurtz genoemd werdt.
Men hadtze inwendig voor een Vergift gehouden;
doch gedagte Heer beweert, dat het gedefinieerde
W a te r , Aftrekzel en Extrakt daar
van, niet alleen veilige, maar ook dienfiige G e neesmiddelen
zyn in hardnekkige Kwaaien ( * ) .
C. Met een gebladerde Steng en geftaarte
Zaaden.
IX.
Anemone
Coronaria,
Fynbladi.
ge.
(9) Anemone met de Wortelbladen drievoudlg,
wederom gefmaldeeld, en een Bladerig
Qmwindzel.
f io )
(*) Akt. Stobck dt Ufa Mtdict PulfatilU nigricantis.
Vindob. 1771.
(9) Anemone Fol. Radicalibus ternato - decompobtis &c.
Puls. Fol. decompofitis termtis. /ƒ. Cliff. 223 Ups. i$s . r .
Lugdb. 487. Anemone tenuifoüa fimpüci flöte. C. B. Pitt.
174. N. 2 - iz . Anemone tenuifoüa multiplex rubra. C.
B, Pin. 176. Anemone. Cam. Epit. 3ss. Anemone an-
guäifoüa multiplex , mutata Florum facie quotannis nov.
H. R. P. Mu l . EiU. T. 31. Clus. Hhp. S2t.
S a 1; ' K * -.f A v-4- ,‘V
( 10) Anemone met gevingerde Bladen en ge-
I wolde Zaaden. xiv.
Hoofd*
fn) Anemone met Hartvormige eenigermaatesrvK«
gehväbde Bladen en een zesbladigen ge- Anf^ng
UeurdmKtlk.
dige.
Deeze drie zyn eigentlyk Tuin-Anomonen , xr>
waar van de ttteede, diedeezen bynaam voert,
in Italië en Provence wild groeit, de laatfie m
Portugal aan de Taag. De eerfte, of Fynbladi*
„ e , is de gene , welke men in de Tuinen ge*
meenlyk als een Bloemplant nahoudt en wier
fchoonbeid de Bloemperken niet weinig oplui-
ftert. M d n t i n g zegt, zo iemand alle de verandering
van Kleur en figuur der Bloemen, daar
in voorkomende, wilde onderfcheiden, dan zou
hy zo veel byzondere Naamen noodig hebben,
als ’er Dagen zyn in een Jaar. Jaarlyks verandert,
bovendien , de Bloem in gedaante , uit eenen
zelfden W o r te l, zo M i l l e r aantekent. Op
tien Plaaten kan men de heerlykfte Verfcheiden
; ( io ) Anemone Fol. digitatis, Sem. Lanatis Puls. Fol. digitos.
H. Cliff. 224. An. Hortenfis latifolia. C. B. Pin.
176. Anem. Ger. rotundo fo lio , purp. C. B. Pin. '173.
Anemone Hort. Latifolia tettia. Clus. Hiß. I. p. 249- altera.
Hisp. 309. Anemone prima. DOD. Pempt. 434*
. ( i , j Anemone Fol. Cord, fublobatis &c. Pulfatilla Fol. pal-
matis. H. Cliff. R. Lugdb. Anemone Cyclam. f. Malva: folio
lutea. Mobis. Hiß. II. p. 4 S. IV. T. 2j. f. 3. Anemone
latif. flava. C, B, Pin. 176. Anemorte Hortenfis latifolia
prima. Clus. Hiß. I. p. 24S. H ’1?* i °7>