ïV. Aardbeziën , doch hebben niets aangenaams. Het
xm.L* c'e onderfte Bladen vyf-ofmeer-Vinnig,
Hooi'd- de bovehften maar drievoudig aan de Steng’ ,
s tu k . dife ongevaar een Voet hoog groeit , zynde
rood van Kleur.
vn. (7 ) Ganferik met gevinde foter.nlla byna egaale Bladen . , *
bifurca. en langwerpige byna tweedeehge Blaadjes,
Gegaffeld. buiienfien famenloopende..
PimpJnei Ganferik met gevinde Bladende Blaadjes
hidts. rondachtig , getand, egaal; de Steng regtjtopemel,
cpjtaande.
Deeze beide Soorten zyn door. T o o r k e -
f OjR t in de Levant waargenomen. Men vindt
de eerfte ook in Siberie.
_ Cf) Ganferik met de onderlid Bidden gevind, Penfylva- K J h J
nica, de bovenjten drievoudig ; de Blaadjes inge~
niich!lva' fneeden Zaagtandigfc de Steng regtopjlaande
en ruigachtig.
Waarom deeze , dia in Ka'nada groeit, den
bynaatn van Penfylvanifche voere, is my dui.
fier.
(10)
(7) Potentilla Fo!. p iiw t’s fubzqinHbus, Sec. Pentaphyl-
loides Oriëntale fupinum Sec, TouRSïv Cor. 2.1,
fs ) Poienülla Fol. pinnaris, Foliolis fubrotundïs &c. Peiir
taphylloides Oriëntale ereclum &c‘. Touhnf. Cor, 21. Buxb.
Cent. I. p, 30. T. 48.
(9) Potentilla Tol. infetioribus pinnatis &c.. Mant. 76.
Pentaphylloides Canadenfe Fol. Agrirnoni». Boebh. Lugdb,
I. p. 40.
j(ia) Ganferik met gevinde Bladen en gegaffelde IV.
kezende Stengen.
In Puitfchland en in Siberie is deeze gevon-sTus.
den, zynde door G m e l i n afgebeeld. D c PoJ t-ila
Stengen zyn wel een Elle lang, doch leggen f*P:n*.
op den Grond,,en daarom, voert deeze Soort, esgen ‘
by uitftek, den bynaam van leggende, die zeer
gepast is. Zy komt by J. B a d h i n ü s onder
den naam van Pentaphylloides fupinum voor, en
behoudt by T o d r n e f o r t denzeiven.
B . Met gevingerde Bladen,
( 1 1 ) Ganferik met zevenvoudige Lancetyormi-
ge Zaagt andige, weder zy ds een weinig ge Regt,
Jtaairde Bladen en regtopjlaande Stengen.
Dit Gewas behoort eigentiyk tot de Soorten
van Vyfvinger - Kruid, hoewel het niet van de
ge-
( iq) Potentilla Fol. pinnatis, Caule dichotomo decumben-
te. H. Cliff. 193- Ups. 133. K.. Lugdb. 273. Pentaph. Alpin,
minus fupinum. Pluk, Alm. 285. T. 106. f. 7. Pent. fupi-
ijum quorundam. C lus. Hiß. It. p. 107. Pentaph. fpecies.
Flore lureo enneaphyllos hirfuta. Ambkos. Phyt. T. 414.
Quinquef. Fragifero affinis. C. B. Pin. iz6. GmeL. Hin, I,
p. 149. T. 27. f. 2. Pentaphylloides fupinum. J.B. IJ. p. 398.
Tqubnf. Inft. 298.
(11) Potentilla Fol. feptenatis, Lanceolatis ferratis Sec. Potentilla
Fol. digitatis &c. H. Ups. 133. R. LugAb. 275 Quin-
quefolium reftum luteum. C. B. Pin. 325. CJiiinquefolium,
altetum vulgare. Doo. Pempt, l i s .
IJ. D;el> IX, Stuk.