Aideel Nus kwaade gevolgen in een Burger van Kop.
vi. * penhagen, die kort na den Maaltyd ftierfjgelyk
H o o f d * ook in twee andere Perfoonen; verhaalt, zoda-
— . ni'ö Onkruid zyn geweekt (*). In Sweeden wordt,
■vise, door het Vrouwvolk, op fommige plaatfen met
de Bloemen groen geverwd.
Ch<erop6y‘‘’ (2) Wilde Kervel met een gladde Steng, die
jum tuito- aan dc L eedjes gezwollen is en van onderen
S .a a p ic h t i - Jlekelig,
g e .
Deeze h e e ft, volgens L jnnjei is , haare
Groeiplaats in Noorwegen, Duitfchland, Hon-
garie, als ook in Switzerland, alwaar nogthans
de Heer H a l l e r haar te vergeefs, op een
Veld by Bazel, door C a s p a r B au hi nu s
aangeweezen, gezogt hadt. In Provence groeit
zy op de Bergvelden en is by Weenen in
Ooftenryk in ’t Kreupelbofch en aan de kanten
der Wyngaarden zeer gemeen. Zelfs brengt men
’er, in ’t Voorjaar, de Raapachtige Worteltjes,
even als by ons de Knollen, met het jonge Loof
ter
( * ) B a r t h o l . Hifi. Anatom, rar. C e n t . I V . *O b s . 4 « . f u t>
t l t u lo . Olu* ex Mirrhide perniciofum.
( z ) Ch&rophyllum C a u l e IxvL & c . LE V S. Hal. 2 5 8 . C h s r .
T o l . fu p r a d e c om p o f it is See. H. Ups. 6 4 . c h * r . R a d ic e tu r*
b in a t a C a r n o la . H. Cliff. 10 2 . R . Lugdb. 1 1 2 . C ic u ta r ia B u l-
b o fa . C . B . Pin. 1 6 1 . M y r rh is an n u a S em in e f t r ia to \xvi,
T u b e r o f a , n o d o f a , C o n io p h y l lo n . Pi .uk. Alm. 2 4 9 . T . 506.
f . 2 . M y r ih i s fa s ten s . R i v . Pent. 4 9 . Ha i l . tktv. 4 5 3 , GEB»
Prov. 2 5 2 . K k a m . Aujlr. 7 g .
ter Markt; doch welke Spyze, zo C l u s i u s IV.
aanmerkt, fomtyds het Hoofd bezwaart. In de
Elfaz houdt menze ook , na het affchillen van Hoofd-
den zwarten Huid, als Raapjes gegeten, voor8T,JK* _
zeer fmaakelyk. WtfS*»
Hoe klein ook deeze Wortelen zyn, maakt
doch het Kruid een enkele Steng van eens Mans
laDgte hoog, met ros bruine Vlakken en gladde
Leedjes , van boven verdikt. De Bladen zyn
glad en z a g t , lang gefieeld met zes of zeven
paar Vinnen , die breed en wier Blaadjes in drie
o f vieren verdeeld zyn. Het heeft de Bloemen
wit 5 de Zaaden Eyrondachtig en geftreept, taa-
melyk groot, naar Anys ruikende, zo fommigen
willen , zynde de Reuk van het Kruid volgens
anderen Hinkende,
(3) Wilde Kervel met een ruuwe Steng engezwollen
Knietjes. phyilum
temulum9
Deeze , d ie , zo wel als de eerfte Soort, aanBtuwe'
de Wegen en in Wildernisfen, door geheel Europa
zo wel als in onze Nederlanden groeit, ver-
fchilt aanmerkelyk door haare bruine o f bruin-
paarfch gevlakte Steng. Het is een Jaarlyks On-
'i kruid,
( 3 ) Ch&ropkyllum C a u l e fc ab ro & c , C h s r , C a u l e m a e u la w
8 c c. II. Cltff, R . Lugib, Fl. Suec. G o u a n , Mor.sp. Sec, M y r ih
i s P in n u lis fem ip in n a t is o r d in a t im d e c r e s c en t ib u s , H a l l .
lld.v, 4 5 3 , G o r t , Bdg, 83- C h je r o p h y li. fy lv e f t r e . C , B ,
Pin, i j 2 , M y r ih i s an n u a v u lg a r is C a u i e fu s c o . I v ta p js . IMJl.
$>. 3 si . S. 9> T* io, f, 7,
M 8