IV. In de Zuidelyke deelen van Europa groeit
\u.EL’ een Soort, die de Bladen veel naar het Loof
H oofd- van Eppe of Scllery gelykende heeft, komen-
stu k . ^ ancjers ooit aan die van de Pimpernel, wel-
TTvjtewy. ^ t-,ynaarn van Steenbreeke voert, naby.
By Montpellier is deeze zeldzaam, doch komt
overvloedig voor op vogtige WeideD, nevens
de Landfchcidingen, inProvence. T a e e r n ^
m o n t heeftze, onder den naam van Smalbla•
dige Filipendula, afgebeeld. L obel fchyntze,
met zyne Smalbladige Oenanthe , te bedoelen.
By B a ö h imd s is zy met de onderfte brec-
de en bovenfte fmalle Blaadjes , doch verkeer-
delyk met den bynaam van Montpellierfche,
vertoond.
Van fommigen is deeze. die de Wortelen
met Knobbels aan Draadachtige Vezelen hangende
heeft, met de Vergiftige Soort verward
geworden; doch zy verfchilt aanmerkelyk. De
Steng is maar een half Voet hoog, hoekig:de
onderfte Bladen gelyken naar die van Peterle*
lie; de Stengbladen byna naar die van Venkel.
De Kroon is ODgelyk, met dealgemeene en by-
zondere Ömwindzels Elswyze Borftelig en de
Bloemen wit, yl geftraald.
vt. Hier moetik, wegens de Vrugt,die met den
cJpeT/tu Kelk en Stylen gekroond is, dat Kaapfe Kroon-
K* xlv tie s ' Kruid, uit myne Verzameling, t’huis bren-
Fig. z. gen, waar van de gedeeltelyke Afbeelding in
Fig a , op Plaat X L V , is gegeven. De Steng
van ’t zelve is dik en ftevig, van binneh hol en
ververdeelt
zig in veele Bloemtakken, waar van
dit ’er één vertoont. Deeze Takken komen uit vi. *
een foort van Scheede voort. .De Bladen aan Hoofd-
de Steng zyn , gelyk.het daar nevens gevoeg- *. .
de, Hertshoornachtig, in puntige Blaadjes ver- ‘syma'
deeld. Aan de Takken komen getrapte Blaadjes
en de Takjes zyn met Stoppeltjes bezet.
De algemeene Kroon heeft, zo wel als de by-
zondere Kroontjes, een veelbladig Omwindzel.
Men vindt ’er één aan ’t end van ieder T a k ,
laag zynde en byna ongedeeld : terwyl de zy-
delingfe, die dezelve omringen, daar boven uit-
fteeken, zynde merkelyk kleiner. Deeze beftaan
uit Mannelyke of onvrugtbaareBloempjes,welke
de Blaadjes egaal en byna rond hebben, met
een Puntje, de Meelknopjes Eyrond en dub-
beld. De middelfte Kroon heeft tweeflag-
tige Bloempjes , zynde hier beladen met de
Vrugtbeginzels of onrype Zaaden, gekroond met
den Kelk en de beiden Stylen als gezegd i s : hoedanig
een Vrugtje by B , vergroot zynde, is
onder ’t Oog gebragt. De middel-Kroon heeft
omtrent twintig , de zydelingfen omtrent tien
Straalen, ongelyk van langte.
De volgende Geflagten hebben geen algemeen
Omwindzel.
P h e l l a n d r i u m . Water-Kervel.
Dat de middelfte Bloempjes kleiner zyn ; de
Vrugt Eyrond , glad, met den Kelk en Stylen
gekroond , maakt de Kenmerken van dit Geflagt,