IV. den Bladen , met byna ongedeelde Bloemen in
^TD^ L’ de Oxelen: doch het fchynt wel met het voor*
H o o f d - gaande verward te zyn geweest, dat dikwils ia
s t u k . Uitheemfche drooge Planten niet ligt is te vermyj
en>
P h y t o l a c c a. Lakplant.
V y f Blaadjes , die als voor Bloem en Kelk
verftrekken, het Vrugtbeginzel bevattende, dat
eene Bezie is met tien Holligheden , in ieder
één Zaadkorrel.
Dus komen de Kenmerken voor van dit Ge-
flagt, het welk voor ’t overige, in de deelen der
Vrugtmaaking zeer verfchillende is , naar zyne
byzondere Soorten, welken het vier Uitheem-
fchen bevat, als volgt.
Ph l ) , cca O ) Lakplant met agtmannigeagtwyvige Bloemen.
A g tm a o n i * D it Gewas fchynt een inboorling te zyn , zo
ge' wel van Nieuw Spanje als van Japan en Java.
K ü m p f e r merkt aan, dat het een Raapach-
tigen eetbaaren Wortel heeft, een gebladerde
Steng van twee Ellen hoogte, Bladen als die
van Patich , vyfbladige geaairde Bloemen en
Zaaden , welke op de manier van die der Mal.
va geplaatst zyn , Nierachtig, glanzig zwar t ,
van
Phytolacca F lo r . o & a n d r is o f t a g y n i s . Syst. Nat. X I I .
G e n . 5ï 8. p- 3 2 » . b'cg. X I I I . G e n . $ S J . p . 3 6 4 . P h y to la c c a
M e x i c a n a B a c c is fe s f iiib n s . Dill. Eltb. * i s . T . 2 3 9 . f . 30 S .
j i r a m a G o b o . K a e m p f . Am. s i s . T . S 2 9 .
van binnen met een wit Merg en laf van Smaak.
Van zyne Afbeelding verfchilt die van D i Ir xi.
LENi u s , uit den Elthamfen T u in , weinig; Hoofd.
alwaar het, in de vrye Grond geplant zynde, Dec' .
tot dergelyke hoogte opfchoot. Van de volgen- «S.
de verfchilt het door witter Bladen en eene zeer
kort in een gedrongen Aair ; als ook door de
platheid der Bloemblaadjes en het getal van de
deelen der Vrugtmaaking, boven gemeld.
( a l Lakplant met tienmannige, tienwyvige ir.
"* n ? Phytolacea
Bloemen• decandra.
T i e n m a a -
Deeze wordt Gemeene Phytolacca genoemd, «>ge.
om dat zy langst bekend geweest en ook ge-
meener in de Kruidhoven is , dan de anderen.
Sommigen hebbenze tot de Nagtfchade betrokken
, waar van zy door het bovenftaande genoegzaam
afgezonderd wordt. Z y heeft haare
Groeiplaats in Virginie, alwaar de Heer Clayton
waarnam , dat de Bloem een eigentlyke
Kelk i s , behoudende tot de volkomene ryp-
wording der Besfen zyne figuur en kleur. Het
gemeen noemt dit Kruid, zegt C o l d e n ,
Po-
( 2 ) Phytolacca F lo r . d e c a n d r is d e c a g y n is . H. Cliff. Ups.
R. L u ? d b . 2 2 2 . P h y t o la c c a v u lg a r i s . D i l l . Eltb. f . 3 0 9 ,
3 10 . S o la r ium R a c em o f im i A m e r i c a n u m . Pl u k . Alm. 353.
T . 2 2 5 . f . 3. P h y to la c c a A r n e r . m a jo r i & m in o t i F r in f tu .
T o ü RN F. hft- 199- T . 154- P h y t o la c c a F o l . in t e g e r r i r a i s
G r o n . Èirg. Ti.. G O U A N Monsp. 2 2 5 . ‘ S o la r ium A m e r i c a -
n um . BARR- / « * . U o . '
X x 4
II. DEEL, VUL STUB,