IV. vindtze ook in Swceden en Deenemarkefi. De
A fd e e l . j3ioem knikt een weinig en heeft het Vrugt-
H oo fd - beginzel boven. Zy komt ook voor met een
s t u k . getakte Steng.
sfyfraga C2?) Steenbreek met gepalmde Stengbladen ,
Ri-juUris. het bovenjle , onder de Bloem, Eyrond ;
nend!<aUn" ^e Steng enkeld en meest tweebloemig.
Deeze was in Lapland zeer zeldzaam, heb-
bende Stengetjes van een Vinger hoog. Men
vindtze ook in Sweeden en Deenemarken. Haa*
re Groeiplaats is meest aan de Beekjes, op de
zyde der Bergen.
(28) Steenbreek met Nierachtige Wortelbla-
den, die vyf kwabbig zyn en veeldeelig; de
Stengbladen Liniaal en een byna makte
Takkige Steng.
xxix. (29) Steenbreek met Palmswys’ vyfdeelige
Onpaaibia" Wortelbladen; de Stengbladen Liniaal on-
dis- verdeeld en veelbloemige opklimmende Sten*
gen.
XXVIII.
Geraniüi-
des.
Kraansbekachtig.
(30) Steen»
(27) Saxifraga Fol. Caulinis Pahnatis &c. Sax. Fol. Ra-
dicalibus quinquelobis , Flor. ovato. Flj Lapp. 174. T. 2. f.
7. Fl. Suec. 3j2. Oed. Dan. T. 118.
(z%) Saxifraga F'ol. Radicalibus Reniformibus, qiiinque»
lobis. Am. Acad IV. p. 471, Mant. 383.
(29) Saxifraga Fol. Rad. palmato - quinque * partitis &C,
Ara. Acad. IV- p. 471. GER, Prov. 424.
N D R
C30) Steenbreek met Nier achtige gepalmde IV.'
Haairige Stengbladen : de Stengen en Steeltjes
Draadachtig. H oofds
tu k .
Van deeze drie groeit de eerfte op de Pyre- xxx.
neen, de andere op de Bergen van Provence ^tbifkaga
zo L innjEus verzekert; de derde in Siberie.siberifch.
Deeze laatfte heeft zeer lange Bioemfteekjes, in
tweeën gedeeld, en vry groote witte Bloemen.
(31) Steenbreek met Wigvormige in drieën xxxr.
gedeelde , overhoekfe Stengbladen en eenej'te’sf ay~
regtopgaande Takkige Steng. Dnekwab-
Deeze Soort groeit op Zandige plaatfen en op
Gebergten , als ook op de Daken der Huizen,
in Europa. By ons komt zyveel voor, op vogti-
ge Gronden en oude Muuren, zo in Gelderland
en Overysfel als in het Stigt en in Holland.
Men vindtze Drievingerig Huislook der Daken
getyteld door B a u h i n u s . De Blaadjes zyn
als die der Steenruite, doch het heeft Steekjes
van omtrent een Handbreed hoog.
(32) Steen-
(30) Saxifraga Fol. Caul. Renifbrmibus palmatis pilofis ,
Caulibus Pedunculisque Filiformibus.
(31) Saxifraga Fol. Caulinis Cuneiformibus &c. Fl. Suec.
353. Fl. Felg. 1 '8. GOUAN Monsp. 210. Ger. P tov. 422.
Saxifr. Fol. trifidis &c. R. Lugdb. 457. Sax. Fol. omn. tri-
lobis &c. Fl. Lapp. 173- H. Cliff. 168. Sedum trida&ylites
Teftorum. C. B. Pin. 28j. Paronychia altera. Doo. Pempt.
113. Lob. Je. 469.
II. Deel. VIII. Stur*
UM
»Br-i