33®
IV. van Kleur blaauw, paarfch, rood of wit* met
AfDKfiL. eenige, veranderingen, *t welk agt Velfcheiden-
H oofd- heden uitmaakt, die door T o u u n e f o r t voor
stuk. Soorten geteld zyn. Deeze Kruidkenner vergelykt
•vife.nwy' Zaadhuisjes by *Tarwe - Graan. De Eloem-
tropjes zyn in twee lange fpitfe Bladen vervat.
Het wordt, gemeenlyk, Ephemerum geheten.
T rhLcm. ^ Tradescantia die opgeregt is en gladbladig,
til Maia- met zeer lange enkelde ßloemßeelen.
harten.
De Afbeelding van deeze, die aan de Kust
van Malabar groeit, vindt men, onder den naam
van Tali-P u lli, in de Malabaarfe Kruidhof.
ni. (s ) Tradescantia met de Steng eenbloemig.
Hervofa. °
Genbde. Deeze } by Suratte gevonden , heeft ver-
fpreide Stengetjes van een Handbreed hoog ,
met korte Lancetyormige Scheedachtige Blaadjes
, en aan ’t end een Draadachtigen langen
Bloem deel. De Bloem is groot en heeft drie
vyfribbige Blaadjes, gelyk ook de Bloemblaadjes
veelribbig zyn : zes Meeldraadjes met violette
Haairtjes en een aan ’t end haakigen Styl.
Cnicüid- (4- Tradescantia die nederlegt en ruig is.
ta. Op
Knoopige.
fa) Tradescantia erefti J*vis, Peduiiculis folitariis long s-
fimis. Tsli-Pulü. Hort. Mal. IX. p. 12.3. T. 63. BuRm.
Fl. Ind. p. 7p.
(3) Tradescantia Scapo unifloro. Mant. 223.
(4) Tradescantia hirfuta procumbens. Trad. Caule geni-
«ulato , bafi lepente. Jacq^ Amtr. Hiß. 54. T. 64, Rammen
t
H E X ' A N D R I A . 331
Op Martenique vondt de Heer J A c Q u i N
dit Plantje, dat zeer teder is en Stengetjes heeft 'vnï
die in ’t eerst langs den Grond kruipen, maarHoofd-
Vervolgens zig opregten. De Bladen zyn Hart sruic‘
vormig en meest op de kanten wat ruig, dochnia.°r°sy‘
zo ruig niet als in de Afbeelding van die, welke
P t uMi E R i n Zuid - Amerika vondt.
( J ) Tradescantia met een Takkige Steng en v.
ongejteelde zydelingfe Bloemen. caTmm’
Deeze, voorheen Commelina genoemd geweest, ojww«*.
groeit in Oostindie op Waterige plaatfen. D e “ 2**
Steng is ook van onderen kruipende, met Lini-
aale Blaadjes, uit wier Oxelen de Bloempjes als
uit Blaasjes voortkomen , die gekleurd zyn. Z y
zyn eenbladig, Trechterachtig, in drieën gedeeld
en blaauw gezoomd, met zes gehaairde Meeldraadjes,
even als de andere Soorten.
(6) Tradescantia die kruipt, gladbladig met vr.
tweebladige Schubbige Bloemfcheeden. Gek^fcT
Dee- Ul e'
culus C Damafonium iepens PamasC* follis vBlofis. Pldm.
I s . 1 16 , f. *,
(s) Tradescantia Caule Ramofo, Flor. fesfilibus laterali-
bus, Mant. 321. Commelina Axillaris. Sp. Plant. p. 62.
Ephem, Phalang. Madetaspat. minimum. Pluk. Mlm. 135.
T, 174. f 3. Ner-Puüi, Hort. Mal. X. p. 28. T. 13. Sürm.
Tl, Ind. p. 16.
(6) Tradescantia repens Ixvis , Spathis diphyllls imbtica-
tis. Commelina criftara. Sp, Plant. Sz. Fl. Zeyt. 32. Ephem.
Zeylanicum procumbens inftttum. Berm. Parad. 14S. Rat»
Hs/i. f66. Burm. Fl., Ind. p. 18, T. 7. i . 4..
H. DEM, Vin, STUKÏ